les 1: discussie voeren

Welkom 2H
Discussie voeren 
Discussie
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom 2H
Discussie voeren 
Discussie

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je doen?
De komende lessen ga je je voorbereiden op het voeren van een discussie:
Les 1: Wat is een discussie?
Les 2: Hoe voer je een discussie?
Les 3: Stelling, standpunt en argumenten.
Les 4: Oefenen.



Slide 2 - Diapositive

Leerlingen moeten verplicht insecten leren eten op school.
eens
oneens

Slide 3 - Sondage

Het is goed dat ouders de schoolprestaties van hun kinderen live kunnen volgen.
eens
oneens

Slide 4 - Sondage

Jongeren moeten verplicht tot hun 18e deel uitmaken van een sportclub
eens
oneens

Slide 5 - Sondage

De leeftijdsgrens van alcohol moet 16 jaar worden.
eens
oneens

Slide 6 - Sondage

Discussiëren
In een discussie praat je met anderen over een bepaald onderwerp. Je kunt het eens of oneens zijn met de stelling over dat onderwerp. In een discussie geeft iedereen zijn/haar mening/standpunt en er worden argumenten gegeven. 

Een discussie kan je helpen om een mening te vormen over een onderwerp. Hoe?
- Als je de argumenten van een ander overtuigend vindt, kun je van mening veranderen (meningvormende discussie) . 
-Een andere manier is om  al discussiërend tot een oplossing komen (probleemoplossende discussie). Deze laatste vorm van discussiëren gaan jullie doen.



Slide 7 - Diapositive

Het boek heeft twee motto’s: de citaten voorin het boek (p. 7). Wat voegen ze toe aan het verhaal?

Slide 8 - Question ouverte

Op p. 14 staat: ‘De promotie van een ander is de degradatie van jezelf.’ Dat klinkt alsof het leven zelf een wedstrijd is. Klopt dat volgens wat je in dit boek las?

Slide 9 - Question ouverte

Opdracht: 
Met je groepje (4 leerlingen) kies je een stelling. Daarna pak je je schrift erbij. Maak twee rijtjes. In het ene rijtje schrijf je de voordelen op, dus waarom je voor de stelling bent. In het andere rijtje schrijf je alle nadelen, dus waarom je ertegen zou zijn.

Voorbeelden van stellingen waar je uit kunt kiezen:
  • Het internet moet één dag per week onbereikbaar zijn
  • Gamen mag niet langer dan 1,5u per dag
  • Een klas moet maximaal 10 leerlingen bevatten
  • De schooltijden moeten verkort worden


Slide 10 - Diapositive

Voordelen:

Slide 11 - Question ouverte

Nadelen:

Slide 12 - Question ouverte