HV1 les 4 H36 bijwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Vandaag

Lezen 

Herhaling woordsoorten vorige les

Uitleg bijwoord 

Zelfstandig werken

Lezen

Lesdoelen

Na deze les ken je de volgende woordsoort:

bijwoord

Herhaling vorige les

zelfstandige naamwoorden

lidwoorden

werkwoorden

voorzetsels

bijvoeglijke naamwoorden

voornaamwoorden

Uitleg bijwoord

Bijwoord 

Geeft extra informatie over:

• een werkwoord
  
• een ander bijwoord
  
• een bijvoeglijk naamwoord

Bijwoord 

Informatie over een werkwoord:

Hij loopt snel.

Het bijwoord is snel-> het zegt iets over het werkwoord lopen.

Bijwoord 

Informatie over een ander bijwoord:

Hij loopt heel snel.

het bijwoord is heel -> het zegt iets over het andere bijwoord snel.

Bijwoord 

Informatie over het bijvoeglijk naamwoord:

Het is een ontzettend mooi huis!

Het bijwoord is ontzettend -> het zegt iets over

het bijvoeglijk naamwoord mooi 

Bijwoorden

Wat geven bijwoorden aan?

- plaats of richting: daar, hier, elders

- tijd of duur: lang, snel, binnenkort, nu, toen

- frequentie (hoe vaak iets voorkomt): vaak, nooit, wel, niet, soms

- wijze (hoe iets gebeurt of hoe iemand iets doet): snel, fraai, kort

- graad (de mate van iets): erg, veel, zeer, heel

- vragend: waar, hoe, waarom, wanneer

Het bijwoord geeft informatie over....

Aan de slag

Kijk je huiswerk na.

Maken: H36 opdracht 1 t/m 3

• Je mag overleggen met je buur, maar doe dit zachtjes. 

Ben je klaar?

Schrijf dan individueel een korte tekst (10 zinnen) waarin je bewust 10 bijwoorden gebruikt. Ruil deze met je buur en geef elkaar feedback. 

Zijn voor jou de lesdoelen behaald

Ik kan uitleggen wat een bijwoord is. 

Vertel....

Volgende les

Uitleg over redekundig ontleden