Paarse vrijdag
1 / 21
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat betekent Paarse vrijdag volgens jou?
Slide 2 - Carte mentale
Slide 3 - Diapositive
De L van LHBTQIA staat voor lesbiennes. Waar komt dit woord vandaan?
A
Van het Griekse eiland Lesbos
B
'Les bi' betekent niet biseksueel
C
Van het Franse 'les biennes': de verliefde vrouwen
Slide 4 - Quiz
De H van LHBTQIA, staat voor ‘homoseksueel’. Vallen lesbiennes daar ook onder?
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quiz
De B van LHBTQIA staat voor ‘biseksueel’. Wat is waar over biseksualiteit?
A
Het is een fase
B
Het is een seksuele orientatie
C
Eigenlijk is iedereen biseksueel
D
Je valt niet op een bepaald geslacht
Slide 6 - Quiz
De T van LHBTQIA staat voor ‘transgender’. Wat betekent dat?
A
Voelt zich niet prettig in zijn eigen lichaam
B
Voelt zich geen man of vrouw
C
Een ander woord voor biseksueel
Slide 7 - Quiz
De Q van LHBTQIA staat voor ‘queer’. Wat betekent dat?
A
Een queer is homoseksueel
B
Een queer voelt zich alleen
C
Wisselt van geslacht waar hij of zij verliefd op wordt
D
De voorkeur past niet in een hokje, er hoort geen letter bij
Slide 8 - Quiz
De I van LHBTQIA staat voor ‘intersekse’. Wat is dat?
A
Iemand die geboren is zonder kenmerkende geslachtskenmerken
B
Iemand die zich geen man of vrouw voelt
C
Iemand die op beide geslachten valt
Slide 9 - Quiz
De A van LHBTQIA staat voor ‘aseksueel’. Wat is dat?
A
Je hebt niet vaak zin in seks
B
Je voelt je niet seksueel aangetrokken tot iemand
C
Je seksuele voorkeur is anders dan bij de meeste mensen
Slide 10 - Quiz
De afkorting LHBTQIA wordt soms verlengd tot LHBTQIAP. Wat betekent de P?
A
Panseksueel
B
Pseudoseksueel
C
Plasseksueel
D
Polyamoureus
Slide 11 - Quiz
Een term die ook voorkomt: LHBTQIA+. Waar staat de + voor?
A
Voor iedereen die niet genoemd is
B
Voor personen die op intelligentie vallen
C
Voor mensen die vinden dat ze in het goede lichaam zijn geboren
D
Voor heteroseksuelen
Slide 12 - Quiz
0
Slide 13 - Vidéo
Slide 14 - Diapositive
In sommige landen mogen koningen/koninginnen niet altijd kiezen met wie ze trouwen.
A
FEIT
B
MENING
Slide 15 - Quiz
Het is raar dat dat nog steeds niet mag in sommige landen.
A
FEIT
B
MENING
Slide 16 - Quiz
We weten niet op wie Amalia verliefd zal worden
A
FEIT
B
MENING
Slide 17 - Quiz
Nederland mag twee koninginnen hebben
A
FEIT
B
MENING
Slide 18 - Quiz
Het is leuk dat Amalia verliefd mag worden op een vrouw
A
FEIT
B
MENING
Slide 19 - Quiz
Hoe vond je deze les gaan?
😒🙁😐🙂😃
