H5- D & E Speaking & Grammar

Welcome to our

English class
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welcome to our

English class

Slide 1 - Diapositive

Aan het einde van de les kan ik:
bezitsvorm en much and many gebruiken

Slide 2 - Diapositive

Possessive 's en '
Je geeft aan dat iets in het bezit is van ee persoon, dier, land of organisatie, bijvoorbeeld:

De boek van Stefan - Stefan's book
De telefoon van Audrey - Audrey's phone


Slide 3 - Diapositive

Possessive 's en '
LET OP:

Je voegt ook ’s toe bij de woorden zoals night, day, month, year.
- today’s newspaper is for free.
- next month’s tournament is bigger. 
- last night's party was great.

Slide 4 - Diapositive

Possessive 's en '
De 's = standaardregel om aan te geven dat iets van iemand is.
Maar... is het woord meervoud en eindigt al met een -s dan hoef je alleen een ' te gebruiken.

The dog belongs to my parents. My parents' dog.
Those dolls belong to my sisters. My sisters' dolls



Slide 5 - Diapositive

Uitzonderingen
De 's = standaardregel om aan te geven dat iets van iemand is.

Je gebruikt of als de eigenaar van iets geen persoon, dier, land of organisatie is.
- He sat in the seat of the car.
- He got it from the box of chocolate.

Slide 6 - Diapositive

Much & Many
Much
Ontelbaar
Much air
Much information
Much time
Zelfstandige naamwoorden die je niet kunt tellen. 
Many
Telbaar
Many tables
Many questions
Many cats
Zelfstandige naamwoorden die je kunt tellen. 
(meervoud)

Slide 7 - Diapositive

Much & many = veel 
Much
Many
Ontelbaar
Ontkennende zinnen (- zin)
I don't have much money


Vraagzinnen (? zin)
Do you have much work to do? 
Telbaar
Ontkennende zinnen (- zin)
I don't have many games at home. 

Vraagzinnen (? zin)
Do you have many biscuits left?

Slide 8 - Diapositive

Much or many sugar?
Much or many sugar cubes?

Slide 9 - Diapositive

Much or many water bottles?
Much or many water?

Slide 10 - Diapositive

Much or many banknotes?
Much or many money?

Slide 11 - Diapositive

Stepping Stones
Wat: blz. 74 t/m 77 opdrachten 34, 35, 36, 37 en 39 a en c
Hoe: gezamenlijk
Hulp: de juf
Tijd: 20 minuten

Slide 12 - Diapositive

Articles

Slide 13 - Diapositive