H7.5 kracht en beweging
1 / 24
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat kan er gebeuren met een voorwerp als er een kracht op werkt?
Slide 2 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
krachtenschaal: 1 cm ≙ 20 N.
De krachtenpijl is 3,5 cm. Hoe groot is de kracht?
De krachtenpijl is 3,5 cm. Hoe groot is de kracht?
A
20 N
B
35 N
C
70 N
D
90 N
Slide 3 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Schrijf de formules op van:
1. De zwaartekracht
2. De veerkracht
1. De zwaartekracht
2. De veerkracht
timer
1:00
Slide 4 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
1) Bereken de zwaartekracht die werkt op
een zak cement van 25 kg.
2) Leg uit of je deze zak cement kan optillen
als je maximale spierkracht 200 N is.
een zak cement van 25 kg.
2) Leg uit of je deze zak cement kan optillen
als je maximale spierkracht 200 N is.
timer
1:30
Slide 5 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Een veer heeft een uitrekking van 8 cm. De veerconstante is 2 N/cm. Hoeveel kracht werkt er op de veer?
A
4 N
B
8 N
C
16 N
D
24 N
Slide 6 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Ik trek met 16 N aan een veer, die een veerconstante heeft van 4 N/cm.
Hoeveel rekt de veer uit?
Hoeveel rekt de veer uit?
A
4 cm
B
16 cm
C
32 cm
D
48 cm
Slide 7 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Een veer rekt 4 cm uit als er een massa
van 50 g aan hangt.
Bereken de veerconstante.
van 50 g aan hangt.
Bereken de veerconstante.
timer
4:00
Slide 8 - Question ouverte
VWO
Aan een veer hangt een massa van 50 g.
a) Toon aan dat de zwaartekracht 0,94 N is.
Als deze massa aan de veer hangt, rekt de veer 4 cm uit.
b)Bereken de veerconstante.
a) Toon aan dat de zwaartekracht 0,94 N is.
Als deze massa aan de veer hangt, rekt de veer 4 cm uit.
b)Bereken de veerconstante.
timer
4:00
Slide 9 - Question ouverte
HAVO
3 mensen duwen elk met een kracht van 80 N tegen de auto. Hoe groot is de totale kracht op de auto?
Slide 10 - Question ouverte
resulterende kracht op bord
Leg uit welke kant het
touw op beweegt en bereken
de resulterende kracht.
touw op beweegt en bereken
de resulterende kracht.
Slide 11 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Eerste wet van Newton
versnellen
constante snelheid
vertragen
Slide 12 - Question de remorquage
eerste wet van Newton op bord
De fietser wil minder spierkracht leveren en toch
met dezelfde snelheid blijven fietsen.
Benoem vijf manieren waarop de fietser de
weerstandskracht die op hem werkt kan verkleinen.
met dezelfde snelheid blijven fietsen.
Benoem vijf manieren waarop de fietser de
weerstandskracht die op hem werkt kan verkleinen.
Slide 13 - Question ouverte
factoren weerstand op het bord
Slide 14 - Diapositive
HAVO
Slide 15 - Diapositive
VWO
Slide 16 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Maak opgave 57 + 58 op p.251.
timer
5:00
Slide 17 - Question ouverte
VWO
Maak opgave 55
timer
1:30
Slide 18 - Question ouverte
HAVO
Eerste wet van Newton
versnellen
constante snelheid
vertragen
Slide 19 - Question de remorquage
eerste wet van Newton op bord
De fietser wil minder spierkracht leveren en toch
met dezelfde snelheid blijven fietsen.
Benoem vijf manieren waarop de fietser de
weerstandskracht die op hem werkt kan verkleinen.
met dezelfde snelheid blijven fietsen.
Benoem vijf manieren waarop de fietser de
weerstandskracht die op hem werkt kan verkleinen.
Slide 20 - Question ouverte
factoren weerstand op het bord
Maak opgave 57 + 58
timer
5:00
Slide 21 - Question ouverte
HAVO
Maak opgave 59
timer
3:00
Slide 22 - Question ouverte
HAVO
Slide 23 - Diapositive
VWO
Slide 24 - Diapositive
HAVO
