Technische automatisering par 1,2,3,4

Technische automatisering
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Technische automatisering

Slide 1 - Diapositive

hs 7: Technische automatisering
7.1: systemen
7.2: sensoren
7.3 signalen
7.4 verwerking en uitvoer

Slide 2 - Diapositive

7.1 drie typen systemen

Slide 3 - Diapositive

7.1 drie typen systemen
  • Meetsysteem

  • Stuursysteem

  • Regelsysteem
Bij een regelsysteem is er terugkoppeling 

Slide 4 - Diapositive

7.2 sensoren
Een sensor zet informatie uit de omgeving om in een (elektrisch) signaal.
Op basis van dat signaal kan een systeem zijn werk doen.


Voorbeelden?



Slide 5 - Diapositive

IJkdiagram
Bepalen van 

* bereik (over horizontale as)
* Gevoeligheid (in het lineaire stuk)

(zie p 135, fig 8)

Wat voor sensor zie je hier?


Het ijkdiagram van een 
...    sensor 

Slide 6 - Diapositive

herhalen: opg 10 en 11 (p. 137)


Slide 7 - Diapositive

7.3 Signalen

Een sensor meet iets en maakt er signaalspanning van. 

Dit wordt gebruikt als invoer

In de verwerking wordt het analoge signaal omgezet in een binair signaal

Bijv met een AD-omzetter
(analoog-digitaal), vaak 16 stappen
"4 bits".

Slide 8 - Diapositive

Analoog - digitaal
  • De wereld om ons heen is analoog. Als je iets meet, kan het alle waarden aannemen
  • Bijvoorbeeld: temperatuur is 20,1 of 20,2....
  • Een computer (systeembord) werkt echter digitaal. Deze werkt met 1 en 0 (hoog of laag). Dit noemen we binair

Slide 9 - Diapositive

Binair tellen
  •  Computers werken binair (met 1 en 0). Dit is een manier om te tellen.
  • Binair telt met de machten van twee 
  • Hoeveel is het binaire cijfer 10100 ???

Slide 10 - Diapositive

Binair tellen
  •  Computers werken binair (met 1 en 0). Dit is een manier om te kunnen tellen.
  • Binair telt met de machten van twee:

Slide 11 - Diapositive

Getallenstelsels
Het binaire stelstel wordt vaak korter genoteerd
in hexadecimale vorm (machten van 16 ipv 2).

1111 heet dan F

Welk getal is dan 1F?

(dit is geen examenstof, relevant voor informatica / computer science)

Slide 12 - Diapositive

herhalen: opg 15 en 16 (p. 143)


Slide 13 - Diapositive

7.4  Verwerkers en actuatoren

Er zijn twee soorten verwerkers op het systeembord: 
* comparator (kan alle signalen aan)
* binaire verwerker

Comparator vergelijkt spanning met een referentiespanning (kun je instellen)

Bijvoorbeeld: thermostaat. 
Signaal van temperatuur wordt gecheckt, is hij hoog genoeg dan wordt er signaal naar oven teruggestuurd.

Slide 14 - Diapositive

7.4  Logische poorten en uitvoer

In de logica werkt men alleen met "hoog" en "laag" (ook 1 en 0, of waar en onwaar genoemd)

  • EN-poort
  • NEN-poort (opgave 19)
  • OF-poort
  • XOF-poort 
  • invertor
  • geheugencel

Om te zien wat er gebeurt bij verschillende inputs stel je een waarheidstabel op.



Slide 15 - Diapositive

Waarheidstabellen

In de logica werkt men alleen met "hoog" en "laag" (ook 1 en 0, of waar en onwaar genoemd)

Voor een logische poort kun je een waarheids-
tabel opstellen






Slide 16 - Diapositive

7.4  Logische poorten en uitvoer

Uitvoer gaat naar actuator, "doet iets".
(vaak via relais, schakelaar voor grotere stromen, via elektromagneetje)

relais is een magnetische schakelaar (nut??)


Slide 17 - Diapositive

Maken
opg 17d, 18c+d, 19, 21 en 23

Klaar? (Examen)opdracht 24.

(zou een mooie casus zijn voor het mondeling)

Slide 18 - Diapositive