Les 5

Nederlandse taal en literatuur
Argumentatieve vaardigheden (T4_4)
Les 5










Programma
Opfrissen...
Uitleg [65] Soorten argumenten
Zelfstandig werken
Afronding en evaluatie

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Nederlandse taal en literatuur
Argumentatieve vaardigheden (T4_4)
Les 5










Programma
Opfrissen...
Uitleg [65] Soorten argumenten
Zelfstandig werken
Afronding en evaluatie

Slide 1 - Diapositive

Opfrissen...:
Welke soorten argumenten ken je al?

Slide 2 - Carte mentale

Uitleg [65] Soorten argumenten
  • In je argumentatie > verschillende soorten argumenten
  • Hoe meer valide argumenten je gebruikt > hoe sterker je argumentatie
  • Er volgen nu tien argumenten...

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Van welk soort argument is er sprake?
"Aliens bestaan, want Albert Einstein geloofde erin."

Slide 6 - Diapositive

Van welk soort argument is er sprake?
Gezagsargument
"Aliens bestaan, want Albert Einstein geloofde erin."

Slide 7 - Diapositive

Van welk soort argument is er sprake?
"Je huiswerk niet maken, is net zo erg als een bank beroven."

Slide 8 - Diapositive

Van welk soort argument is er sprake?
Vergelijking
"Je huiswerk niet maken, is net zo erg als een bank beroven."

Slide 9 - Diapositive

Van welk soort argument is er sprake?
"Als we vandaag geen Nederlands leren, dan zullen we later nooit een goede baan krijgen."

Slide 10 - Diapositive

Van welk soort argument is er sprake?
Vermoedens of veronderstelling
"Als we vandaag geen Nederlands leren, dan zullen we later nooit een goede baan krijgen."

> gebaseerd op een vermoeden dat niet onderbouwd is

Slide 11 - Diapositive

Zelfstandig werken
  • Maak opdracht 6 van Lezen Blok 3 Argumentatie
  • Of werk aan je literaire presentatie




Slide 12 - Diapositive

Afronding en evaluatie

Wat was al Bekend (wat wist je al)?
Waar ben je nog Benieuwd naar (waar heb je nog vragen over)?
Wat heb je Bewaard (wat heb je onthouden)?

Slide 13 - Question ouverte

Afronding en evaluatie

Slide 14 - Diapositive