2.4 Dichtheid

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

DICHTHEID

Programma

Lesdoelen

Zware en lichte stoffen

Dichtheid

Eenheden dichtheid

Drijven/zinken/zweven

Lesdoelen

• Je legt uit wat dichtheid is. 
• Je berekent de dichtheid van een voorwerp. 
• Je voorspelt of een voorwerp drijft, zinkt of zweeft als je het in een glas water doet.

Lichte en zware stoffen

1 liter van elke stof, maar toch is niet elke stof even zwaar?

Onderzoeksvraag:
Welk van de volgende stoffen zal blijven

drijven als je ze in een bak water doet?

Drijven/zinken/zweven

Dichtheid van water is 998,2 kg/m³

Dichtheid van blokje > 998,2 kg/m³ --> Zinken

Dichtheid < 998,2 kg/m³ --> Drijven

Dichtheid = 998,2 kg/m³ --> Zweven

Dichtheid

Stofeigenschap!

Formule --> Dichtheid = massa/Volume

ρ=​V​​m​​

Eenheden dichtheid

Als massa in g

Volume in cm³ 

Dan dichtheid in g/cm³

Als massa in kg

Volume in m³

Dan dichtheid in kg/m³

ρ=​V​​m​​

Bereken stappen

1. Gegevens: Wat heb ik al?

2. Gevraagd: Wat ga ik uitrekenen?

3. Formule: Welke formule ga ik gebruiken om dit uit te rekenen?

                         Moet ik hem ook nog ombouwen?

4. Uitrekenen: Pak je rekenmachine en reken het uit. 

5. Antwoord + eenheid: Schrijf het antwoord met goede eenheid erbij. 

Bereken de dichtheid in g/cm³ van een blokje van 10 cm³ met een massa van 5 gram

Antwoord

Dichtheid = massa/volume

massa = 5 gram

volume = 10 cm³

5/10 = 0,5 g/cm³

Bereken de dichtheid in g/cm³ van een blokje van 7,6x5,4x3,8 cm met een massa van 5 gram

Antwoord

Volume = 7,6 x 5,4 x 3,8 = 155,95 cm³

Dichtheid is massa/volume

Massa = 5 gram

Dus 5/155,95 = 0,032 g/cm³

Bereken de massa van een blok met een volume van 0,5 m³ en een dichtheid van 2,7 kg/m³

Antwoord

Dichtheid = massa/volume

massa = dichtheid x volume

Dichtheid = 2,7 kg/m³

Volume = 0,5 m³

2,7 x 0,5 = 1,4 kg

Van welk materiaal is een blokje met een dichtheid van 2,7 g/cm^3
TIP: Tabel 1 paragraaf 4

1. Benzine
2. Zink
3. Aluminium
4. Glas

Wat is de dichtheid van een blokje staal?

1. 7,9 g/cm^3
2. 7,8 g/cm^3
3. 8,5 g/cm^3
4. 7,2 g/cm^3

Aan de slag

KGT

Wat? 

Hoe? 

Hulp? 

Klaar? 

BK

Wat? 2.5 1 tot en met 16

Hoe? Je mag zachtjes overleggen met de persoon naast je.

Hulp? Kijk in het boek, vraag aan je buur en kom daarna pas bij BRO

Klaar?

Nakijken!

Doelen:

• Je legt uit wat dichtheid is.
  
• Je berekent de dichtheid van een voorwerp.
  
• Je voorspelt of een voorwerp drijft, zinkt of zweeft als je het in een glas water doet.
  
• 
  

KGT

Wat? Lees 2.4 en maak opgave 1 tot en met 15

Hoe? Je mag zachtjes overleggen met de persoon naast je.

Hulp? Kijk in het boek, vraag aan je buur en kom daarna pas bij BRO

Klaar?

Nakijken!

Zelfstandig werken

Wat?  Lees blz. 57 t/m 59 en maak opgave 1 tot en met 15

Hoe?  Je mag fluisterend overleggen met je buur

Hulp? Boek, buur bureau

Tijd? 15 minuten. 

Uitkomst? Je legt uit wat dichtheid is.

                       Je berekent de dichtheid van een voorwerp. 

                       Je voorspelt of een voorwerp drijft, zinkt of zweeft als je het in                                  een glas water doet.

 Klaar? Vraag om een nakijkblad