Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
H10.1 Verhoudingstabellen
Wat heb je nodig deze les?
Pen + Potlood + Schrift
Rekenmachine
Laptop
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we vandaag doen?
Herhalen afronden
Verhoudingen
Aan de slag
Slide 2 - Diapositive
Afronden
Afronden op 3decimalen
6,43195
Slide 3 - Diapositive
Afronden
Afronden op eenheden
6,43195
Slide 4 - Diapositive
Afronden
Rond 4,58496 af op 1 decimaal
Rond 5,1250391 af op duizendsten
Slide 5 - Diapositive
Rond 4,58496 af op 1 decimaal
Slide 6 - Question ouverte
Rond 6,79632 af op duizendsten
Slide 7 - Question ouverte
Rond 5,1250391 af op 2 decimalen
Slide 8 - Question ouverte
Rond 5,1250391 af op eenheden
Slide 9 - Question ouverte
Verhoudingstabel
Slide 10 - Diapositive
Verhoudingstabel
Slide 11 - Diapositive
Verhoudingstabel
Slide 12 - Diapositive
Verhoudingstabel
Slide 13 - Diapositive
Verhoudingstabel
Om een 4 konijnen te voeren is 210 gram
voedsel nodig. Hoeveel gram voedsel is er
nodig om 6 konijnen te voeren?
Slide 14 - Diapositive
Verhoudingstabel
Om een 4 konijnen te voeren is 210 gram
voedsel nodig. Hoeveel gram voedsel is er
nodig om 6 konijnen te voeren?
Slide 15 - Diapositive
Aan de slag
Wat? Maak op Bettermarks paragraaf 1.1, 1.2 en 1.3
Hoe? Eerste drie minuten in stilte: Geen vragen of overleggen
Hulp? Steek je vinger op. Ik kom langs.
Klaar? Laat aan mij zien.
Huiswerk voor morgen (donderdag)
Paragraaf 1.1, 1.2 en 1.3
timer
3:00
Slide 16 - Diapositive
Een boekwinkel verkoopt 5 boeken voor 25 euro. Hoeveel verdient de boekwinkel als ze 9 boeken verkopen? Geef alleen het antwoord (geen berekening!)
Slide 17 - Question ouverte
Voor 8 mensen heb je 4 broden nodig. Hoeveel broden heb je nodig voor 10 mensen nodig? Geef alleen het antwoord (geen berekening!)
Slide 18 - Question ouverte
Om 100 ml tomatensoep te maken heb je 250 gram tomaten nodig. Hoeveel tomaten heb je nodig voor 80 ml tomatensoep? Geef alleen het antwoord (geen berekening!)
Slide 19 - Question ouverte
Henk maakt pasta carbonara. Voor 4 porties pasta heeft hij 60 gram kaas nodig. Hoeveel gram kaas heeft hij nodig voor 7 porties Geef alleen het antwoord (geen berekening!)
Slide 20 - Question ouverte
Einde van de les
Vandaag gedaan:
Verhoudingstabellen
Morgen:
Huiswerk: Paragraaf 1.1, 1.2 en 1.3 (Ik controleer)