2KGT H4 verwijswoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Doel van de les

Je weet wat een persoonlijk voornaamwoord is.

Je weet wat een bezittelijk voornaamwoord is.

Je weet het verschil tussen jou / jouw.

Wanneer gebruik je 'jou' en wanneer 'jouw'?

Persoonlijke voornaamwoord

mij

me

jou

je

Verwijst naar een persoon. Je kunt het vaak vervangen door een naam.

Gisteren vroeg Sanne me om advies

Wil je die schoenen even aangeven?

Bezittelijke voornaamwoorden

mijn

jouw

je

Verwijst naar een bezit. Vaak staat er een zelfstandig naamwoord achter.

In dat lokaal ligt mijn jas.

Misschien moet hij je broer even bellen.

Oefenen

Hendrik zet ... gegevens op de lijst.

1. jou
2. jouw

Dat ga ik meteen voor ... doen!

1. jou
2. jouw

... cake is het lekkerst.

1. Mijn
2. Mij

Ik heb het aan ... broer gevraagd.

1. jouw
2. je

Wilt ... nog wat drinken?

1. u
2. uw

... telefoon is op de grond gevallen.

1. Mij
2. Mijn

Wil je ... even antwoord geven?

1. mij
2. mijn

Gisteren vierden we ... verjaardag.

1. jou
2. jouw

Zelf aan de slag

Wat moet je maken?

Opdracht 1 t/m 5

Klaar?

Online taalverzorging 2 verwijswoorden

Huiswerk

Doel van de les

Je weet wat een persoonlijk voornaamwoord is.

Je weet wat een bezittelijk voornaamwoord is.

Je weet het verschil tussen jou / jouw.

Woensdag 25 mei:

SO NL H4 verwijswoorden (blz. 114 - 115)