Par. 2.3 Geloven, weten en maken 1mh2 donderdag 11-12 / 1mh1 15-12

Leerdoel opschrijven
1. Beschrijf de Griekse godsdienst. Gebruik in je antwoord de begrippen: religie, mythe, tempels, altaar, offers, priesteressen en priesters.

Klaar? Leer de begrippen van par. 2.3 op blz. 107
timer
3:00
Vorige les:
1. Hoe belangrijk waren de goden in het leven van de Grieken?
2. Wat zijn mythen? Geef een voorbeeld.
3. Hoe gingen Griekse wetenschappers denken en onderzoeken?
4. Wat zijn de kenmerken van de Griekse bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst?
5. Welke culturele eenheid bestond er onder de Grieken?
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Leerdoel opschrijven
1. Beschrijf de Griekse godsdienst. Gebruik in je antwoord de begrippen: religie, mythe, tempels, altaar, offers, priesteressen en priesters.

Klaar? Leer de begrippen van par. 2.3 op blz. 107
timer
3:00
Vorige les:
1. Hoe belangrijk waren de goden in het leven van de Grieken?
2. Wat zijn mythen? Geef een voorbeeld.
3. Hoe gingen Griekse wetenschappers denken en onderzoeken?
4. Wat zijn de kenmerken van de Griekse bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst?
5. Welke culturele eenheid bestond er onder de Grieken?

Slide 1 - Diapositive



13/11 Par. 2.1 De Griekse Wereld
17/11 Par. 2.1 De Griekse Wereld
20/11 Par. 2.1 De Griekse Wereld
24/11 Par. 2.2 Het bestuur van de stadstaat
27/11 Par. 2.2 Het bestuur van de stadstaat
01/12 Par. 2.2 Het bestuur van de stadstaat
04/12 Oefentoets maken 
09/12 SO par. 2.1 en 2.2
11/12  Par. 2.3 Geloven, weten en maken
15/12 Par. 2.3 Geloven, weten en maken
18/12 -
Kerstvakantie

05/01 Par. 2.4 Strijden of sporten
08/01 Par. 2.4 Strijden of sporten
13/01 Par. 2.5 Griekse cultuur
15/01 Par. 2.5 Griekse cultuur
19/01 Herhaling
TOETSWEEK 2
Studiewijzer 1mh2
TOETSWEEK 2:
21 t/m 28 januari
H2

Slide 2 - Diapositive



17/11 Par. 2.1 De Griekse Wereld
18/11 Par. 2.1 De Griekse Wereld
24/11 Par. 2.1 De Griekse Wereld
25/11 Par. 2.2 Het bestuur van de stadstaat
01/12 Par. 2.2 Het bestuur van de stadstaat
02/12 Par. 2.2 Het bestuur van de stadstaat
08/12 Oefentoets maken
09/12 SO par. 2.1 en 2.2
15/12 Par. 2.3 Geloven, weten en maken
16/12 Par. 2.3 Geloven, weten en maken
Kerstvakantie

05/01 Par. 2.4 Strijden of sporten
06/01 Par. 2.4 Strijden of sporten
12/01 Par. 2.4 Strijden of sporten
13/01 Extra
19/01 Herhaling
TOETSWEEK 2
Studiewijzer 1mh1
TOETSWEEK 2:
21 t/m 28 januari
H2

Slide 3 - Diapositive

Programma
1. Uitleg par. 2.3
2. Leerdoelen antwoorden
3. Opdrachten maken en bespreken
4. Afsluiten

Slide 4 - Diapositive

De Griekse religie (godsdienst): ze geloofden in meerdere goden
Zeus, de oppergod en de god van de hemel. Bliksem en donderen.
Poseidon, zee.
Hades, het dodenrijk.
Apollo, kunsten, zoon van Zeus.
Dionysos, wijn en feestvieren.
Nikè, overwinning
Etc... 

Slide 5 - Diapositive

Klassikaal lezen blz. 82

Slide 6 - Diapositive

De Griekse godenwereld(2)
  • De belangrijkste goden woonden op de berg Olympos.
  • De goden waren onsterfelijk, hadden macht over het leven van de mensen en hadden menselijk eigenschappen.
  • Halfgoden.

Slide 7 - Diapositive

Wat is mythe?
  • De Grieken geloofden in mythen. Dat zin verhalen over goden. Heeft vaak een lesje aan het einde. 
  • Mythen kunnen ook gaan over halfgoden, helden en gewone mensen.

Slide 8 - Diapositive

Waarom geloofden de Grieken in mythen?
De Grieken zochten in mythen verklaringen voor natuurverschijnselen en andere gebeurtenissen die zij niet begrepen!

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Griekse tempels
  • De grieken bouwden tempels om de goden tevreden te houden. 
  • De Grieken gingen naar een tempel met vragen. Ze zochten antwoorden bij de goden. In de tempel deed de goden uitspraken.
  • Op het altaar (offersteen) werden offers (iets wat iemand aan een god geeft) neergelegd, bijv. een voorwerp of eten.

Slide 11 - Diapositive

Tempels
  • Er waren zowel priesters als priesteressen aanwezig in de tempels. Ze voerden godsdienstige handelingen. 
  • De priesteres van Athena was heel belangrijk, want de godin Athene beschermde de stad.
  • In de stad Delphi stond de tempel van Apollo, de god van schoonheid en verstand. Mensen erheen op zoek naar antwoorden, maar kregen vaak een raadselachtig antwoord dat moeilijk te begrijpen was.

Slide 12 - Diapositive

Opdrachten maken en bespreken
Werkboek blz. 85 opdrachten 1 en 2
Zelfstandig en in stilte

Eerder klaar? Beantwoord de leerdoelen + Leer de begrippen uit je hoofd, leerboek blz. 107
timer
5:00

Slide 13 - Diapositive

Leerdoelen beantwoorden
1. Beschrijf de Griekse godsdienst. Gebruik in je antwoord de begrippen: religie, mythe, tempels, altaar, offers, priesteressen en priesters.
timer
2:00

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

3. Hoe gingen Griekse wetenschappers denken en onderzoeken?
  • Vanaf de 6e eeuw waren er Grieken die niet meer geloofden dat gebeurtenissen in de natuur en de samenleving het werk waren van goden. 
  • Ze wilden met hun verstand begrijpen hoe dingen in elkaar zaten. 
  • Ze zochten naar logische verklaringen door onderzoek te doen.
  • Filosofen.

Slide 16 - Diapositive

Wat onderzochten de Grieken: filosofie
Filosofie: denken over grote levensvragen, dilemma's. Zoeken naar wijsheid.
  • Socrates (ethiek, kreeg de doodstraf) 
  • Plato (politiek, ideale samenleving)
  • Aristoteles (het doel van het leven. Leraar van Alexander de Grote)

Ook in onze tijd is belangrijk om vragen te stellen om problemen op te lossen. 


Slide 17 - Diapositive

Wat onderzochten de Grieken: Geneeskunde
  • Hippokrates, arts.
  • Onderzocht het ziekteverloop van patiënten. 
  • Betere hygiëne door het huis goed stoken, lijken verbranden en water koken voor het gebruik. 
  • Hij stichtte een school waar hij het vak aan andere leerde.  

Voorheen dachten de mensen dat natuurverschijnselen, ziektes, het leven en de dood plaatsvond wanneer de goden beledigden voelden. 

Slide 18 - Diapositive

Wat onderzochten de Grieken: geschiedenis
  • Herodotus probeerde kennis te verzamelen over de geschiedenis.
  • Onderzocht de betrouwbaarheid van wat hij horde en las. 
  • Hij ging mensen ondervragen, bronnen onderzoeken en argumenten wegen.
  • Hij wordt de vader van de geschiedschrijving genoemd.

Slide 19 - Diapositive

Wat zijn bronnen?

Objecten/voorwerpen dat rechtstreeks informatie geeft over het verleden (historische bron) en zelf dus ook uit het verleden komt. 

- GESCHREVEN en ONGESCHREVEN
- PRIMAIRE en SECUNDAIRE 

Slide 20 - Diapositive

Griekse vaas, ongeschreven
Dagboek van Anne Frank, geschreven
Directe bronnen

Slide 21 - Diapositive

PRIMAIRE BRONNEN

  • Gecreëerd zijn in het verleden door historische personen. 
  • Bedoeld of onbedoeld. 

SECUNDAIRE BRONNEN

  • Beschrijven het verleden.
  • Geven informatie over het verleden en worden gemaakt door onderzoekers of historici,  vaak door primaire bronnen te bestuderen. 

Slide 22 - Diapositive

5. Wat zijn de kenmerken van de Griekse bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst?

  • In de 5e en 4e eeuw v.Chr. was Athene zeer welvarend. Dit leidde tot een bloeiende cultuur, omdat veel burgers geld konden besteden aan het mooier maken van de stad.
  • Ze lieten tempels en beeldhouwwerken maken door kunstenaars die hoog in aanzien stonden.

Slide 23 - Diapositive

Bouwkunst
  • Tempels waren symmetrisch: de linker- en rechterhelft waren elkaars spiegelbeeld.
  • Voorbeeld van symmetrie: even aantal zuilen (stenen palen)

Slide 24 - Diapositive

5. Wat zijn de kenmerken van de Griekse bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst?
  • Vanaf de 5e v.Chr. maakten Grieksen beeldhouwers stenen en bronzen beelden die goed klopten met de werkelijkheid. 
  • Om het echt te laten lijken, kregen beelden vaak een ontspannen houding of zat er beweging in. 

Slide 25 - Diapositive

Beeldhouwkunst
Reliëf: Een techniek waarbij een afbeelding in een vlakke ondergrond wordt uitgehakt.


Slide 26 - Diapositive

5. Wat zijn de kenmerken van de Griekse bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst?
Het dagelijks leven en mythen werden vaak geschilderd op schalen en vazen. 

Later gingen andere volken gingen de Griekse kunst nadoen.

Slide 27 - Diapositive

Alle kunstwerken uit de oude Griekse noemen we: klassiek

Slide 28 - Diapositive

6. Welke culturele eenheid bestond er onder de Grieken?
  • De Grieken voelde zich wel één volk: ze spraken hetzelfde taal, hadden hetzelde schrift en vereerden dezelfde goden. 
  • De Grieken hadden niet alleen mythen, maar ook sagen (heldenverhalen) en legenden (wonderlijke verhalen).

Slide 29 - Diapositive

Homerus
  • Dichter/ schrijver
  • Schreef twee beroemde heldenverhalen in dichtvorm: de Ilias (over een oorlog van de Grieken tegen Troje) en Odyssee (de terugreis van de Griekse held Odysseus na die oorlog).

Slide 30 - Diapositive

Leerdoelen beantwoorden
5. Wat zijn de kenmerken van de Griekse bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst?
6. Welke culturele eenheid bestond er onder de Grieken?

Slide 31 - Diapositive