Les 4

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2,3

Les 4

Frans 

Programme

• Presentie
• Lesdoelen
• Huiswerkcontrole: Voca A + paragraphe A
• Voca B
• Paragraphe B
• Au travail!
• Afsluiting
• Devoirs

Lesdoelen

Na de les...

...kun je een vakantie test maken.

...ken je woorden die te maken hebben met vakantie en weer.

...weet je hoe je de betekenis van woorden kunt raden. 

Huiswerkcontrole

Ouvre ton livre à la page 22. 

Nakijken

 ex. 5a, b en c + 6 en 7a, b

Voca(bulaire) B

Kijk mee naar bladzijde 50. Luister en lees mee. 

Arceer geel: welke woorden lijken op het Nederlands?

Arceer blauw: welke woorden ken je al?

Paragraphe B: Lire

Quel vacancier es-tu?

Werk in groepjes van 4 en bespreek de onderstaande vragen:

Kijk eens mee: wat voor soort tekst is het?

Kijk eens naar de titel, wat denk jij dat het betekent?

• Lees de inleiding: kloppen je verwachtingen?

Deviner des mots

Als je begint, ken je niet alle Franse woorden in een tekst. Je kunt dan de betekenis raden. Hoe doe je dit?

1. Je herkent een woord uit een andere taal
2. Je kunt de betekenis raden dankzij de rest van de zin of de plaatjes erbij.
3. Je herkent een deel van een ander Frans woord dat je al hebt geleerd.

Maintenant, c'est à vous:

Faire ex. 10a, b, c + ex. 11 a, b

ex. 12a en b gaan we samen doen voordat jullie beginnen met 10 en 11. 

Klaar? Leer voca B

 

Afsluiting

Ik kan in 1 zin beschrijven waar de tekst over ging, namelijk:

Als ik wil vragen wat voor weer het wordt, zeg ik dit als volgt:

Er zijn drie manieren om woorden te raden. namelijk: 

Devoirs

Leer voca B

Faire ex. 10a, b, c + ex. 11 a, b + 12a, b