Woordvolgorde NT2 niveau B2

Uitleg
De standaard woordvolgorde is:
Onderwerp (subject) - werkwoord (verbum) - rest
Soms worden het werkwoord en het onderwerp omgedraaid, dan spreken we van inversie.
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2BeroepsopleidingWOStudiejaar 6

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Uitleg
De standaard woordvolgorde is:
Onderwerp (subject) - werkwoord (verbum) - rest
Soms worden het werkwoord en het onderwerp omgedraaid, dan spreken we van inversie.

Slide 1 - Diapositive

Voorbeeld
Een simpele zin:
Ik ga naar school
Onderwerp - werkwoord - rest
Morgen ga ik naar school
Tijd - werkwoord - onderwerp - rest

Slide 2 - Diapositive

Moeilijkere zinnen
Bij moeilijkere zinnen heb je te maken met meer onderdelen. De volgorde is:
TeMPO
Tijd - Manier - Plaats - Onbepaald Object

Slide 3 - Diapositive

Voorbeeld
Ik koop morgen even snel op de markt sinaasappels
Onderwerp - werkwoord - tijd - manier - plaats - onbepaald object
Je kunt hier van afwijken. Dan leg je meer nadruk op een onderdeel. Bijvoorbeeld: Morgen koop ik even snel sinaasappels op de markt (niet overmorgen)
Voorbeeld
Ik koop morgen even snel op de markt sinaasappels
Onderwerp - werkwoord - tijd - manier - plaats - onbepaald object


Je kunt hier van afwijken. Dan leg je meer nadruk op een onderdeel. Bijvoorbeeld: Morgen koop ik even snel sinaasappels op de markt (niet overmorgen). Of: Op de markt koop ik morgen even snel sinaasappels (niet in de supermarkt). Let op de inversie!

Slide 4 - Diapositive

Uitleg oefening
Hierna zie je steeds stukjes van zinnen. Sleep de stukjes naar de goede plek. Onderin zie je rode vakjes. Daar moet de zin in de goede volgorde komen te staan.

Slide 5 - Diapositive

Zet de onderdelen in de goede volgorde
Mijn vader
met zijn fiets
naar het werk
gaat

Slide 6 - Question de remorquage

Zet de onderdelen in de goede volgorde
Leest
jouw moeder
ook
zo graag
een boek?

Slide 7 - Question de remorquage

Zet de onderdelen in de goede volgorde
Je
hebt
deze zin
heel goed
opgelost!

Slide 8 - Question de remorquage

Zet de onderdelen in de goede volgorde
pinnen
u
kunt
hier
niet

Slide 9 - Question de remorquage

Zet de onderdelen in de goede volgorde
Ik
wil
die broek
in die kleur hebben
niet

Slide 10 - Question de remorquage

Zet de onderdelen in de goede volgorde
Morgen
kan
ik
niet
komen

Slide 11 - Question de remorquage

Zet de onderdelen in de goede volgorde
Hoeveel
andijvie
heb
ik
nodig voor vier personen

Slide 12 - Question de remorquage

Uitleg volgende oefening
Maak goede zinnen, in kolom 1 staat het begin van de zin, de rest van de zinsdelen zijn tijden, manieren en plaatsen. Maak een logische zin met de onderdelen. Sleep de onderdelen weer naar de juiste plaats. Let op, je kunt niet alles gebruiken!

Slide 13 - Diapositive

Sleep hier alles naartoe dat je niet kunt gebruiken
de hele dag
Erik rijdt
Tamara kijkt
Hugo zit
Helga woont
Claudia wil
Suzanne blijft
Nadia gaat
elke ochtend
met een vriendin
soms
ziek
met een konijn
naar de dierenarts
naar Brussel
naar de bus
thuis
op hoge hakken
in Parijs
al vier jaar
zo snel mogelijk
een uur te laat
met de trein
naar haar kapotte telefoon
In een slee
zonder geld
op het strand
naar de gemeente
met een stapel documenten
eerst
na Kerstmis
de hele dag

Slide 14 - Question de remorquage

Is deze zin goed of fout? Als hij fout is, corrigeer hem:
Mijn kat is in een hoge boom gisteren geklommen.

Slide 15 - Question ouverte

De shampoo is deze week voor de helft van de prijs.

Slide 16 - Question ouverte

Mijn spiegel viel zomaar vanochtend op de grond.

Slide 17 - Question ouverte

De ambulance reed naar het ziekenhuis met luide sirenes.

Slide 18 - Question ouverte

Ik ben moe, dus ik ga naar bed straks.

Slide 19 - Question ouverte

We spreken af bij mij thuis om zes uur, oké?

Slide 20 - Question ouverte

Marieke ging zonder gedag te zeggen net naar huis.

Slide 21 - Question ouverte

Het kleine kindje kan zonder hulp sinds kort staan.

Slide 22 - Question ouverte

Maaike blijft vandaag lekker thuis.

Slide 23 - Question ouverte

Ik wilde graag naar de speeltuin toen ik klein was.

Slide 24 - Question ouverte

Maak de volgende zinnen af:
Ik vond Nederlands een heel makkelijke taal voordat...

Slide 25 - Question ouverte

Het is niet slim om te eten terwijl...

Slide 26 - Question ouverte

Simon leest geen horoscopen meer nadat...

Slide 27 - Question ouverte

Vicky had haar wekker niet gehoord en werd pas wakker toen...

Slide 28 - Question ouverte

Het regende de hele ochtend, maar daarna...

Slide 29 - Question ouverte

Mijn kat brengt allemaal dode dieren mee naar huis, vooral...

Slide 30 - Question ouverte

Eerst wil ik Nederlands leren. Vervolgens...

Slide 31 - Question ouverte

Sommige Nederlandse woorden zijn moeilijk, met name...

Slide 32 - Question ouverte

Mijn buren spreken niet meer met mij sinds...

Slide 33 - Question ouverte

Ik wil mijn wasmachine terugbrengen naar de winkel. Het apparaat maakt een vreemd geluid en bovendien...

Slide 34 - Question ouverte

De kinderen van Margreet spelen met hun telefoon tijdens...

Slide 35 - Question ouverte

Michael en Natalia hebben ruzie doordat...

Slide 36 - Question ouverte

Pieter loopt in december in z'n T-shirt buiten. Daardoor...

Slide 37 - Question ouverte

Dit is het slechtste restaurant ter wereld, maar toch...

Slide 38 - Question ouverte

Dit was een gezellige dag ondanks...

Slide 39 - Question ouverte