werkwoordspelling

Werkwoordspelling
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling

Slide 1 - Diapositive

Doelen
Aan het einde van deze lessenserie

- kun je persoonsvormen in de tt en vt juist spellen
- kun je het voltooid deelwoord juist spellen
- kun je een bijvoeglijk naamwoord maken van een      
   voltooid deelwoord

Slide 2 - Diapositive

Tegenwoordige tijd
Als de persoonsvorm (pv) in de tegenwoordige tijd staat, zijn er 3 mogelijkheden:

1. ik-vorm
2. ik-vorm + t
3. Hele werkwoord (bij meervoud)

Slide 3 - Diapositive





Niet zeker? Gebruik het werkwoord lopen/smurfen
ik
ik-vorm

jij?
jij 
ik-vorm+t

hij/zij/u/het
ik-vorm+t

wij/jullie/zij
hele ww

Slide 4 - Diapositive

Voorbeelden

Slide 5 - Diapositive

Vul de goede werkwoordsvormen in:
1. (houden) ... je broer van detectives of (herkennen) ... hij zich niet in politieagenten?
2. Ik (vinden) ... het plezierig als u de agenda een week voor de vergadering (versturen) ...
3. Mijn wang (bloeden) ... altijd als ik mij (snijden) ... tijdens het scheren.
4. Je (geloven) ... toch niet dat iedereen zo'n spellingsboek (bestellen) ...?

Slide 6 - Diapositive

Antwoorden
1. Houdt je broer van detectives of herkent hij zich niet in politieagenten?
2. Ik vind het plezierig als u de agenda een week voor de vergadering verstuurt. 
3. Mijn wang bloedt altijd als ik mij snijd tijdens het scheren.
4. Je gelooft toch niet dat iedereen zo'n spellingsboek bestelt?

Slide 7 - Diapositive

Verleden tijd

Slide 8 - Diapositive

Dus:
     Zit de laatste letter van het hele werkwoord -en WEL in 't kofschip?        schrijf dan          of te / ten                             fietsen                 fietste

      Zit de laatste letter van het hele werkwoord -en NIET in 't kofschip?        schrijf dan         de / den                               bellen                    belde

Slide 9 - Diapositive

Even oefenen
1. De politie (verrichten) ... wekenlang onderzoek naar de inbraken.
2. Toen ik mijn toets Frans (maken) ... (duimen) ... Janita voor mij.
3. We (durven) ... niet te kijken toen de geheime politie op de deur (bonken) ...
4. Terwijl ik (tobben) ... over mijn cijfers, (krassen) ... Sandra haar naam in het tafelblad. 

Slide 10 - Diapositive

Antwoorden
1. De politie verrichtte wekenlang onderzoek naar de inbraken.
2. Toen ik mijn toets Frans maakte, duimde Janita voor mij.
3. We durfden niet te kijken toen de geheime politie op de deur bonkte.
4. Terwijl ik tobde over mijn cijfers, kraste Sandra haar naam in het tafelblad. 

Slide 11 - Diapositive

Voltooid deelwoord

Slide 12 - Diapositive

Even oefenen
1. De jongens zijn gisteren (verhuizen).
2. We hebben vanmorgen een potje (voetballen).
3. Heb je dat hele stuk (fietsen)?
4. Ik heb zijn verhaal nooit (geloven).
5. Heb je lekker (slapen)?  

Slide 13 - Diapositive

Antwoorden
1. De jongens zijn gisteren verhuisd.
2. We hebben vanmorgen een potje gevoetbald.
3. Heb je dat hele stuk gefietst?
4. Ik heb zijn verhaal nooit geloofd.
5. Heb je lekker geslapen?  

Slide 14 - Diapositive

Tegenwoordig deelwoord
Een tegenwoordig deelwoord is het hele werkwoord + d. 
Lopend, mopperend, spelend,...

Ik ga altijd fietsend naar school. 


Slide 15 - Diapositive

Werkwoord als bijvoeglijk naamwoord
Sommige woorden zijn afgeleid van een werkwoord. 
Ik ben altijd de gebeten hond. (van een voltooid deelwoord)
De bijtende hond werd gevangen door zijn baas. (van een tegenwoordig deelwoord)

Schrijfwijze: altijd zo kort en eenvoudig mogelijk. 

Slide 16 - Diapositive

Werkwoord als bijvoeglijk naamwoord
Voltooid deelwoord op -en? --> bn ook op -en 
                De deur is gesloten. --> De gesloten deur. 

Voltooid deelwoord op -d of -t? --> bn maken door +e en zo kort mogelijk.

Slide 17 - Diapositive

Het ... (verbreden) fietspad is mooi aangelegd.

Slide 18 - Question ouverte

De ... (verbazen) man zat achter in de klas te kijken naar de geweldige docent.

Slide 19 - Question ouverte

De ... (blaffen) hond trok aan de lijn.

Slide 20 - Question ouverte

Blz 
134

Slide 21 - Diapositive