7.8: Waar is het station?

• NT2
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

7.8: Waar is het station?

Aan het einde van de les kan je mensen helpen op de weg. 

Dit is de provincie...

1. Zuid-Holland
2. Limburg
3. Zeeland
4. Flevoland

noorden

1. de
2. het

Noord

Zuid

Oost

West

Maak een zin.

Zelf lezen

Moeilijke woord? -> onderstreep!

moeilijke woorden?

Wij lezen het verhaal.

Samen. 

de weg

Een plek waar je met de fiets of de auto kan rijden. 

Zin: De weg is voor fietsen gemaakt. 

Het kruispunt

De wegen die kruisen. 

Zin: Ik sta bij de kruispunt met mijn fiets. 

oversteken

Als je wilt lopen op de weg. 

Zin: Jij moet hier eerst oversteken. 

dichtbij

ver

rechtdoor

• niet naar links en niet naar rechts
• zin: U loopt rechtdoor en dan de tweede straat rechts. Daar is de markt. 

links

• aan de kant van je hart 
• zin: Ik schrijf met links.
• zin: Mijn buurman zit links van mij.
• zin: Ik kijk naar links.

ver

• Op een grote afstand
• zin: Amerika ligt ver van Nederland.
• zin: Hoe ver is het naar de supermarkt?

rechts

• rechts <----> links
• zin: De meeste mensen schrijven met rechts. 

MAAK EEN ZIN MET: links.

MAAK EEN ZIN MET
: het kruispunt.

Maak een zin met: de weg.