Jong en oud hoofdstuk 3 (1)

Hoofdstuk 3 (1)
Startklaar?

  • lesbrief
  • schrift
  • pen; blauw en een andere kleur
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 3 (1)
Startklaar?

  • lesbrief
  • schrift
  • pen; blauw en een andere kleur

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt de voor- en nadelen benoemen van werken in loondienst en als zelfstandige.
  • Je kunt de volgende begrippen omschrijven:                                                                •  loon    /   brutoloon     /    nettoloon                                                                                •   arbeidsinkomen                                                                                                                   •   inkomstenbelasting    /  premies volksverzekering  
  • Je weet de volgorde van de stappen zodat je de te betalen belasting kunt berekenen.  


Slide 2 - Diapositive

Planning
  • Uitleg paragraaf 3.1 en 3.2
  • Maak opdracht 3.1 en 3.2
  • Terugkomen op de leerdoelen

Slide 3 - Diapositive

Inkomen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Belasting
  • Waarom betalen we belasting (en premies)?
  • Inkomstenbron overheid
  • = financiering overheidsdiensten en voorzieningen

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Brutoloon vs. nettoloon
Brutoloon - loonheffing = nettoloon

Het nettoloon is het loon dat je maandelijks op je rekening krijgt gestort. Dit is altijd lager dan je brutoloon.
De loonheffing bestaat uit belasting en premies voor de volksverzekeringen.
De premies worden gebruikt om uitkeringen van te betalen

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Nederlandse situatie
  • Box 1
  • Schijvensysteem
  • Eerst schijf vol, dan volgende euro's in volgende schijf

Slide 13 - Diapositive

Stappenplan inkomstenbelasting uitrekenen
Stap 1: Belastbaar inkomen uitrekenen:
               Bruto inkomen  + bijtellingen -aftrekposten= belastbaar inkomen

Over belastbaar inkomen ga je belasting betalen (stap 2)

Stap 2: Bereken het bedrag aan te betalen belastingen door het schijvensysteem toe te passen

Stap 3: de heffingskorting(en) er af halen.


Slide 14 - Diapositive

Aftrekposten

  • lijfrentepremies
  • rente hypotheek (eigen woning)
  • eigenwoningforfait (= bijtelling!)
  • reiskosten (werk OV)
  • giften goede doelen (met een drempel van 1% van het bruto inkomen) 
  • zakelijke kosten
Heffingskortingen

  • algemene heffingskorting
  • arbeidskorting
  • inkomensafhankelijke combinatiekorting
  • inkomenskortingen voor AOW-gerechtigden
  • jonggehandicaptenkortingen
  • heffingskorting voor groene beleggingen

Slide 15 - Diapositive

IB Box 1 (inkomen uit werk en woning)
(heffingsbedrag)
(inkomensheffing)
(aftrekposten)
(bruto inkomen
uit arbeid)
(belastbaar inkomen)
(heffingskortingen)
(schijvensysteem)

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Vraag
  • Hoeveel belasting betaalt iemand met een belastbaar inkomen van                € 100.000 ?
  • Maak de berekening voor jezelf!

Slide 19 - Diapositive

Uitwerking
  • Belastbaar inkomen € 100.000 
  • Eerste schijf => € 37.149  voor 36,93% => € 100.000 - € 37.149 =                         € 62.851 over 
  • Tweede schijf => € 35.883 voor  36,93% => € 62.851 - € 35.883 =                   € 26.968 over
  • Derde schijf => € 26.968 voor 49,50%
  • € 37.149 x 0,3693 + € 35.883 x 0,3693 + € 26.968 x 0,495 =                                  € 40.319   belasting
  • Netto hou je € 100.000 - € 40.319 = € 59.681  over

Slide 20 - Diapositive

Aftrekpost / bijtelling / heffingskorting
  • Bruto inkomen  ≠  belastbaar inkomen
  • Aftrekposten & bijtellingen => belastbaar inkomen
  • Heffingskortingen (van uitgerekende bedrag)

Slide 21 - Diapositive

Aan de slag met
  • Maak opdracht 3.1 en 3.2
timer
10:00

Slide 22 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt de voor- en nadelen benoemen van werken in loondienst en als zelfstandige.
  • Je kunt de volgende begrippen omschrijven:                                                                •  loon    /   brutoloon     /    nettoloon                                                                                •   arbeidsinkomen                                                                                                                   •   inkomstenbelasting    /  premies volksverzekering  
  • Je weet de volgorde van de stappen zodat je de te betalen belasting kunt berekenen.  


Slide 23 - Diapositive

Bespreken
  • Opdracht 3.1 en 3.2

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Loon- en inkomensheffing
Bruto loon = afgesproken loon tussen werkgever en werknemer

  • Netto loon = bruto loon - belastingen & premies volksverzekeringen
  • Loonheffing = voorheffing belastingen & premies volksverzekeringen (maandelijks)
  • Inkomensheffing = te betalen belastingen & premies volksverzekeringen (jaarlijks)
  • Te betalen/ontvangen belasting = inkomensheffing (jaarlijks) - loonheffing (maandelijks x aantal perioden)



Slide 35 - Diapositive