1A Nederlands week 15 Finn/Fabio

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs

Lezen hoofdstuk 5 

Ik kan de betekenis van een woord wat ik niet ken, afleiden uit het woord zelf

Ik weet wat een voorvoegsel en achtervoegsel is

Ik ken het verschil tussen een afleiding en een samenstelling

Het voorvoegsel

Het achtervoegsel

Het verschil met samenstellingen

Nederlands

week 15

Hoofdstuk 5 woordenschat afmaken

Zijn alle doelen behaald? 

Doe de quizvragen!

Voorvoegsel

Een voorvoegsel is een woorddeel dat je vóór een woord plakt om de betekenis (of de functie) van dat woord te veranderen.

Een voorvoegsel kun je niet los gebruiken.

Voorbeeld: on + rustig = onrustig

Wat betekent het voorvoegsel 'anti-'

1. tegen
2. voor
3. zonder
4. opnieuw

Wat betekent het voorvoegsel 'on-'

1. Elke
2. Tussen
3. Niet
4. Opnieuw

Welk woord heeft een voorvoegsel?

1. extra
2. hoekschop
3. zwartrijder
4. interland

Welk woord heeft een voorvoegsel?

1. soepgroente
2. minibus
3. pizzabroodje
4. vloertegel

Welk woord heeft een voorvoegsel?

1. geklets
2. gezwam
3. oeverloos
4. misverstand

Bedenk zelf een woord met het voorvoegsel -her

Achtervoegsel

Een achtervoegsel is een woordje dat je achter een ander woord plakt. Belangrijk: dit woord kun je los niet gebruiken!

Voorbeelden: -heid, - loos

Dit gaat zo:

betekenis + loos = betekenisloos

Bedenk zelf een ander woord met een achtervoegsel.

Het achtervoegsel -loos betekent....

1. Zonder
2. Groot
3. Negatief
4. Min

Afleidingen

Woorden met voorvoegsels en/of achtervoegsels heten allemaal afleidingen. 

Het is namelijk afgeleid van een bestaand woord!

Kort samengevat

Samenstellingen=

woord + woord

Voorbeeld: stoep + tegel = stoeptegel 

Afleidingen=

voorvoegsel+woord

Voorbeeld: in+nemen =

innemen

woord+achtervoegsel

Voorbeeld: vorm + loos=

vormloos

Aan de slag!

BK: Hoofdstuk 5 woordenschat, maken opdracht 1, 2, 5, 6. 

Stuur de docent een mail als je klaar bent, je krijgt dan, net als vorige week, de antwoorden zodat je kunt nakijken. Succes!

Een samenstelling bestaat uit:

1. een woord+ achtervoegsel
2. een woord+ voorvoegsel
3. een woord+woord

Wat is het verschil tussen een voorvoegsel en een achtervoegsel?

1. een voorvoegsel zet je voor het woord en een achtervoegsel erachter
2. een voorvoegsel zet je achter het woord en een achtervoegsel ervoor

Op welke manier is de volgende tegenstelling gevormd?

Gedragen - Misdragen

1. Door een voorvoegsel te plaatsen
2. Door het voorvoegsel te veranderen
3. Door een ander woord te gebruiken

Op welke manier zijn de volgende woorden gevormd?

schadeloos - schadeclaim

1. Door een achtervoegsel te plaatsen
2. Door een voorvoegsel te plaatsen
3. Door een ander woord toe te voegen (samenstelling)