Natuur- en cultuurlandschappen (3.1 + 3.2 H3)
1 / 20
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
De geofactoren bestaan uit
A
zeestromen, reliëf, klimaat, lucht, bodem, flora, fauna, de mens
B
gesteente, reliëf, klimaat, lucht, bodem, water, flora, fauna, tijd en de mens
C
gesteente, regen, lucht, bodem, water, flora, fauna, de mens
Slide 2 - Quiz
De tropische bodem is
A
zeer vruchtbaar
B
niet erg vruchtbaar
C
redelijk vruchtbaar
Slide 3 - Quiz
Subtropische bodems zijn vruchtbaarder dan tropische bodems (= latosol)
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quiz
In de gematigde zone vind je loofbomen en naaldbomen
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
De bodems in de gematigde zone hebben een redelijke humuslaag en zijn vrij vruchtbaar
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
De boreale zone is
A
de overgang tussen de tropen en de subtropen
B
de overgang tussen steppe en de woestijn
C
de overgang tussen de gematigde zone en de koude gebieden
Slide 7 - Quiz
In de boreale zone bestaat de vegetatie uit...
A
toendra
B
taiga
C
woestijn
D
steppe
Slide 8 - Quiz
In de boreale zone vind je
A
latosol bodems
B
podzol bodems
C
rode bodems
Slide 9 - Quiz
Podzol bodems
A
zijn zanderig met een zure humuslaag
B
bevatten veel ijzer
C
hebben een rode kleur
D
zijn zeer vruchtbaar
Slide 10 - Quiz
De steppebodems zijn
A
erg vruchtbaar met een dikke humuslaag
B
redelijk onvruchtbaar met een dunnen humuslaag
C
zeer onvruchtbaar zonder humuslaag
Slide 11 - Quiz
In Nederland wordt het klimaat beïnvloedt door het ITCZ
A
Eens
B
Oneens
Slide 12 - Quiz
West-Europa heeft een..
A
A-klimaat
B
B-klimaat
C
C-klimaat
D
D-klimaat
Slide 13 - Quiz
In Afrika heb je geen....
A
E-klimaten
B
C-klimaten
C
D-klimaten
D
F-klimaten
Slide 14 - Quiz
Welke bodem zie je hier?
A
Latosol
B
Podzol
C
Zwarte aarde
D
Woestijnbodem
Slide 15 - Quiz
Welke bodem zie je hier?
A
Latosol
B
Podzol
C
Zwarte aarde
D
Woestijnbodem
Slide 16 - Quiz
Shifting cultivation vindt voornamelijk plaats in
A
Tropische zone
B
Aride zone
C
Gematigde zone
D
Boreale zone
Slide 17 - Quiz
Cultuurlandschappen in de gematigde zone...
A
Zijn vooral intensief
B
Zijn vooral extensief
C
Is vooral veeteelt
D
Is vooral akkerbouw
Slide 18 - Quiz
In de tropen...
A
Is landbouw vooral zelfvoorzienend
B
Is landbouw kapitaalintensief
C
Is landbouw vooral voor de export
D
Worden zowel producten als soja en voedsel verbouwd.
Slide 19 - Quiz
In de boreale zone
A
is alleen akkerbouw mogelijk
B
is alleen intensieve veeteelt mogelijk
C
is alleen extensieve veeteelt mogelijk
D
leeft men van bosbouw.
