Les 12 (21 mei, week 21) a2a, g2b

Mittwoch, 21. Mai 
Woche 21
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Mittwoch, 21. Mai 
Woche 21

Slide 1 - Diapositive

Heute
  • Werken uit het boek

Slide 2 - Diapositive

Aan het einde van de les kan je:
  • de juiste Duitse vraagwoorden in de zinnen herkennen/zetten.
Lernziele

Slide 3 - Diapositive

Grammatik B

Slide 4 - Diapositive

W-Fragewörter

Slide 5 - Diapositive

Fragewörter!
  • Alle Fragewörter fangen mit einem W an!
  • Das Fragewort steht am Anfang des Satzes! 

Slide 6 - Diapositive

W-Fragewörter
NL
D
wie?
wer?
hoe?
wie?
wat?
was?
waarom
weshalb?/warum?
waar?
wo?
NL
D
waar vandaan?
woher?
waarheen?
wohin?
wanneer?
wann?
aan wie (mwv)?
wem?
wie (lv)?
wen?
welk-?
welch=?

Slide 7 - Diapositive

"warum" vraagt ​​naar de REDEN en "weshalb" naar het DOEL.

Warum: habe ich den Schlüssel nicht gefunden? (Waarom heb ik de sleutel niet gevonden?)
Weshalb: hat er den Job gekündigt? (Waarom heeft hij zijn baan opgezegd?)

Slide 8 - Diapositive

Nederlands
Deutsch
wie
Wie bent u?
Wer sind Sie?
hoe
Hoe gaat het met u?
Wie geht's Ihnen?
wat
Wat is uw hobby?
Was ist Ihr Hobby?
waarom
Waarom komt u niet op het feestje?
Warum kommen Sie nicht zur Party?
waar
Waar woont u?
Wo wohnen Sie?
waar vandaan
Waar komt u vandaan?
Woher kommen Sie?
waarheen
Waar gaat u heen?
Wohin fahren Sie?
wanneer
Wanneer komen jullie?
Wann kommt ihr?
aan wie (mwv)
Wie wil je feliciteren?
Wem möchtest du gratulieren?
wie (lv)
Wie willen jullie niet zien?
Wen möchtet ihr nicht sehen?
welk-
Welke dag is het vandaag?
Welcher Tag ist heute?

Slide 9 - Diapositive

Aufgabe 8 (S. 67)
Maak opdracht 8. Overleggen mag. Na 10 minuten bespreken we klassikaal de antwoorden.

Eerder klaar? Leer de woorden van Lektion 1 und 2 (S. 94)

Arbeit aus dem Buch
timer
10:00

Slide 10 - Diapositive

Aufgabe 2 und 3 (S. 72)
Maak opdracht 2 en 3 samen.
Na 8 minuten bespreken we klassikaal de antwoorden.

Eerder klaar? Overhoor elkaar de woorden van Lektion 1 und 2 (S. 94)

Anfang Lektion 3
timer
8:00

Slide 11 - Diapositive

Wisbordjes!

Slide 12 - Diapositive

Hoe zeg je ... in het Duits?

Slide 13 - Diapositive

Welk Duitse vraagwoord past?

__________ hast du dein T-Shirt gegeben?

Slide 14 - Diapositive

Hoe zeg je ... in het Duits?

Slide 15 - Diapositive

Welk Duitse vraagwoord past?

__________ heißt deine Schwester?

Slide 16 - Diapositive

Hoe zeg je ... in het Duits?

Slide 17 - Diapositive

Maak het vraagwoord af
Welch_______ Katze ist von dir?

Slide 18 - Diapositive

Hoe zeg je ... in het Duits?

Slide 19 - Diapositive

Wat is het verschil tussen 'weshalb' en 'warum'?

Slide 20 - Diapositive

Huiswerk
  • Leren woorden Lektion 3 K5, DU-NL & NL-DU (S. 95)
dinsdag 27 mei
  • Leren Grammatik A (S. 60) und C (S. 68)
woensdag 28 mei

Slide 21 - Diapositive