Grammatica 1

Welkom allemaal
1. Start je laptop
2. Log in in LessonUp
3. Open in een 
ander tabblad de methode
timer
4:00
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, t, havo, vwoLeerjaar 1-3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom allemaal
1. Start je laptop
2. Log in in LessonUp
3. Open in een 
ander tabblad de methode
timer
4:00

Slide 1 - Diapositive

Dagplanning
Herhaling vorige les
LessonUp met lw, ww, znw, bnw, vz
Zelfstandig werken
Testvraag

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Methode Nederlands
Open het tabblad met methode Nederlands en klik rechtsboven op het poppetje.
Klik dan op 'groepscode invoeren'. Vul in: 
2K1: XLLU9CI4                          2K3: GPLGQJYZ

Slide 4 - Diapositive

Welke lidwoorden staan in deze zin?
De mooie auto rijdt snel het terrein op.

Slide 5 - Question ouverte

Benoem ieder woord:
De lieve hond rent.

Slide 6 - Question ouverte

Welke woordsoorten hebben we vorige les besproken?

Slide 7 - Carte mentale

Zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naamwoord is een dier, mens, plant, ding en  gevoel
Voor een zelfstandig naamwoord kan je altijd een lidwoord  zetten.
Eigennamen zijn ook zelfstandig naamwoorden.


Slide 8 - Diapositive


Kies de juiste woordsoort.
De hond loopt in de tuin.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Voorzetsel (vz)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Werkwoord

Slide 9 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Ik fiets nog snel even naar de winkel.
A
Lidwoord (lw)
B
Zelfstandig naamwoord (zn)

Slide 10 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Gisteravond heb ik een film gekeken.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Lidwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Werkwoord

Slide 11 - Quiz

Hoeveel zelfstandig naamwoorden (zn) staan er in onderstaande zin?
Jip en Janneke hebben een hond die Takkie heet.

Slide 12 - Question ouverte

Hoe goed lukte de leerstof van deze les?
Heel slecht
Slecht
Matig
Goed
Foutloos

Slide 13 - Sondage

Zelfstandig werken
Maken Blok 4, Grammatica
Opdracht 4.6
timer
10:00

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

bezittelijk of persoonlijk voornaamwoord?
Ik ga een cadeau voor je uitzoeken samen met Bo.
Zijn de onderstreepte woorden een persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord

Slide 17 - Quiz

bezittelijk of persoonlijk voornaamwoord?
Geen idee, jullie kunnen een bioscoopbon geven.
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord

Slide 18 - Quiz

bezittelijk of persoonlijk voornaamwoord?
Oké, dat is dan ons cadeau voor jou.
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord

Slide 19 - Quiz

Zelfstandig aan de slag!
Methode Nederlands
Blok 4
Grammatica
Opdracht 4.7

Slide 20 - Diapositive

Waar ligt de grootste haven van Nederland?
A
Zeeland
B
Rotterdam
C
Amsterdam
D
Moerdijk

Slide 21 - Quiz

Hoeveel provincies heeft Nederland?
A
8
B
10
C
12
D
11

Slide 22 - Quiz

Welke bloem zien veel mensen als typisch Nederlands?
A
Narcissen
B
Rozen
C
Buddleias
D
Tulpen

Slide 23 - Quiz

In welke stad staan de regeringsgebouwen?
A
Den Haag
B
Amsterdam
C
Rotterdam
D
Utrecht

Slide 24 - Quiz

Waar staat de provincie Friesland vooral bekend om?
A
Watersport
B
Het dialect
C
De flag
D
De mensen

Slide 25 - Quiz

Welk schoeisel komt uit Nederland?
A
Sandalen
B
Klompen
C
Sneakers
D
Regenlaarzen

Slide 26 - Quiz

Is de kerktoren in Bedum schever dan de toren van Pisa?
Wel schever
Niet schever
Sleep de kerktoren van Bedum naar het juiste antwoord.

Slide 27 - Question de remorquage

Waar ligt de bekendste pier van Nederland?
Scheveningen
IJmuiden
Sleep de foto naar het juiste antwoord.

Slide 28 - Question de remorquage

Welk deel van het koninkrijk der Nederlanden ligt buiten Europa?
A
Nieuw Nederland
B
De Antillen der Nederlanden
C
De Antillen
D
De Nederlandse Antillen

Slide 29 - Quiz

Wat hiervan is een typisch Fries gerecht?
A
Suikerbrood
B
Roze koeken
C
Friet
D
Sardine

Slide 30 - Quiz

Den Bosch heeft een bekend streekgerecht. Hoe heet dit?
A
Bossche bol
B
Bloedbrood
C
Kievitseieren
D
Gebakken griesmeel

Slide 31 - Quiz

Waar ligt het 3 landenpunt?
A
Venlo, Limburg
B
Epen, Limburg
C
Mesch, Limburg
D
Vaals, Limburg

Slide 32 - Quiz

En de laatste vraag!
Zet 'm op!

Slide 33 - Diapositive

Welke vlag is van Nederland
A
B
C
D

Slide 34 - Quiz