pedagogiek les 2

Pedagogiek: les 2
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
pedagogiekMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Pedagogiek: les 2

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de juiste definitie? Pedagogiek is de wetenschap die zich bezighoudt met:
A
de normale ontwikkeling &opvoeding van kinderen en jongeren
B
de opvoeding, zodat allen opgroeien tot volwaardige burgers
C
de ontwikkeling en opvoeding van kinderen van 0 tot 18 jaar
D
de afwijkende ontwikkeling van kinderen van 0 tot 18 jaar

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het einddoel van opvoeden?
A
zelfstandig en zelfredzaam
B
zelfvertrouwen en sociaal
C
burger in de maatschappij

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Welke theorie heeft Maslow bedacht?
A
opvoeding van kinderen
B
sociale leertheorie
C
Behoeftehiërarchie

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
1. Pak het pedagogisch beleid van KSH
2. Ga in viertallen in gesprek over de manier waarop de vier basisdoelen bij jullie op het centrum worden uitgevoerd.  (de basisdoelen staan op het bord)
3. Zoek de overeenkomsten en de verschillen tussen jullie manier van werken.
4. Met de kennis van nu: wat ga je anders doen?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe pas jij het ABC toe?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus: Drukke peuters
Wij hebben een verticale groep. Het valt ons op dat, wanneer wij met de baby's bezig zijn, twee peuters steeds op een negatieve manier onze aandacht opeisen. Ze springen op de bank, maken veel lawaai en luisteren niet naar ons. Wij willen geen straf geven, maar wat kunnen we dan wel doen?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vind jij eigenlijk van straffen?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Pauze
Pauze
10 minuten
timer
10:00

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opvoedingswaarden
            Wat is het verschil tussen normen en waarden?


Slide 15 - Diapositive

Normen: Hoe je je “dient” te gedragen in bepaalde omstandigheden. Dit zijn een soort ongeschreven regels van goed fatsoen waar het gros van de mensen zich min of meer ...

Normen geven uiting aan een waarde en vertalen een waarde in regels voor de samenleving. De waarde 'ouderen verdienen respect' vertaalt zich in ...

Waarden: Je kunt waarden zien als een soort idealen of overtuigingen die (bijvoorbeeld) in een samenleving belangrijk zijn.

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van een opvoedingswaarde?
A
Dank je wel zeggen als je iets krijgt.
B
Hand opsteken bij een vraag.
C
Je mobiel stil zetten tijdens de les
D
Hard werken

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een opvoedingswaarde is...
A
sporten
B
eerlijkheid
C
Met mes en vork eten.
D
lezen

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opvoedstijlen
Wie voedt wie op?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Autoritatieve opvoedstijl
•Opvoeders en kind zijn gelijkwaardig (niet: gelijk)

•Opvoeder laatste woord (gezag)

•Inspraak, onderhandelen, compromis zoeken

•Gedeelde en gedelegeerde verantwoordelijkheid

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opvoedmiddelen

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Korte termijn middelen
  • gericht op gedrag

Welk gedrag wil je reguleren?
Hoe doe je dat?
-belonen
-straffen
-negeren
-..omdenken





Lange termijn middelen
  • gericht op gedrag 'eigen maken'

Welke vorming of ontwikkeling wil je bevorderen?
Hoe doe je dat?
-relatie onderhouden
-persoonsvorming
-zelfstandigheid bevorderen
-'inbedden' in normen/waarden




Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opvoedingsmiddelen in de groep
  • Welke opvoedingsmiddelen herken je bij jezelf?
  • Wie in je familie hanteert dezelfde opvoedingsmiddelen?
  • Welke opvoedingsmiddelen herken je in de groep?

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de beloning in het juiste vakje
Materiële beloning
Immateriele beloning
Snoepje
Duim omhoog
Aai over de bol
Een activiteit doen
Cadeautje
Langer opblijven

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

"Als je denkt aan een time-out, doe dan juist een time-in"

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions



Communicatiestijlen

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communicatiestijl
De eigen manier van communiceren 
waarin tot uiting komt wie iemand is, 
hoe iemand is en wat 
iemand belangrijk vindt en niet.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kun je met communicatiestijlen?

Slide 32 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

In iemands communicatiestijl...
a. Komen allerlei gedragsaspecten naar voren, denk aan: afwachtend of vol initiatief, vastbesloten of onzeker, risicomijdend of risico zoekend, gevoelig of bot, vaag of concreet.

b. Tot iemands communicatiestijl behoren ook de woorden die iemand gebruikt.  Veel mensen hebben stopwoordjes.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communicatiepatronen
  • Wanneer mensen langere tijd met elkaar omgaan, gaan ze vaak op een vaste manier op elkaar reageren. Misschien herken je ook wel een bepaald communicatiepatroon bij jezelf of bij mensen om je heen, bijvoorbeeld je ouders. 
  • Partners kunnen bijvoorbeeld dag in, dag uit dezelfde conflicten op eenzelfde manier uitvechten. Zussen kunnen eindeloos op elkaar zitten katten. 
  • De communicatie is voorspelbaar.

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communicatieproblemen 
-
Bij een communicatieprobleem lukt het de zender niet de boodschap goed over te dragen en/of de ontvanger lukt het niet de boodschap te begrijpen zoals de zender hem bedoeld heeft.

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Problemen die effectieve communicatie in de weg staan, kunnen voortkomen uit:

  • Verschil in achtergrond en gewoonten
  • Het verkeerd vertalen van de boodschap
  • Het verkeerd begrijpen van de boodschap
  • Communicatie stoornissen

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Effectieve communicatie
We spreken van effectieve communicatie als de zender en ontvanger actief betrokken zijn en de boodschap overkomt zoals de zender bedoelt.

Belangrijk in je werk als pedagogisch medewerker
 

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Problemen door verschil in achtergrond en gewoonten
- Je beoordeelt de ander o.a. op grond van zijn taal- en woordgebruik
-Niet onterecht -> in communicatiegedrag komt de achtergrond van iemand naar voren.
- Je referentiekader wordt bepaald door de mensen met wie je omgaat, maar ook opleiding, mediagebruik en je werkkring.
- Ieder mens heeft zijn eigen referentiekader.
-Verschillen in referentiekader zijn nogal eens de oorzaak van communicatieproblemen.

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het verkeerd vertalen van een boodschap
- Bij mondelinge communicatie moet je als zender je boodschap coderen -> je zet je boodschap om in woorden, gebaren enz.

- Bij het coderen kan je fouten maken, namelijk:
  • Woorden gebruiken die de ander niet snapt.
  • Heel persoonlijke woorden gebruiken
  • De intonatie van je stem niet goed inzetten

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het verkeerd begrijpen van een boodschap
- Net als bij de zender, moet de ontvanger ook de boodschap omzetten.

- Decoderen -> Wanneer je de signalen van de zender opvangt en deze omzet in een betekenis.

- Fouten die je als ontvanger kan maken:
  • Een andere (emotionele) betekenis geven aan de woorden van de zender.
  • Eigen invulling geven aan de woorden van de zender.

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Communicatiestoornissen
- Wanneer bij iemand sprake is van onvermogen om adequaat informatie te geven en/of te begrijpen als gevolg van een orgaan of lichaamsfunctie die ontbreekt, afwijkingen vertoont of beschadigd is -> communicatie stoornis 

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 46 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn volgens het filmpje manieren om communicatieproblemen op te lossen?

Slide 47 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions