Als je in het Spaans een vraag stelt, dan is de woordvolgorde hetzelfde als in een gewone, bevestigende zin.
Voor de zin komt altijd een omgekeerd vraagteken: ¿.
Achter de zin zet je een gewoon vraagteken.
Hetzelfde geldt voor het uitroepteken.
Juan bebe agua
¿Juan bebe agua?