Lowan Thema 4 eten en Drinken Herhaling dag 1 en 2
1 / 40
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
eten en drinken
welke woorden ken je al
schrijf er 3 op
welke woorden ken je al
schrijf er 3 op
Slide 2 - Carte mentale
Slide 3 - Diapositive
de sla
de prei
de sinaasappel
de banaan
de druiven
de peer
de groente
Slide 4 - Question de remorquage
A
het fruit
B
het frout
C
het vruit
D
de appel
Slide 5 - Quiz
welk woord hoort bij de zin?
ik eet graag .....
ik eet graag .....
A
de kast
B
de kat
C
de maan
D
de kaas
Slide 6 - Quiz
ik ......... graag rijst
A
rij
B
sta
C
eet
D
loop
Slide 7 - Quiz
ik kook
hij.......
hij.......
A
koken
B
kookt
Slide 8 - Quiz
wij drinken
ik.......
ik.......
A
drinkt
B
drinken
C
drink
Slide 9 - Quiz
hij eet
wij...............
wij...............
A
eet
B
eten
Slide 10 - Quiz
A
de drinken
B
de vater
C
het waateer
D
het water
Slide 11 - Quiz
A
de hagelslag
B
chocoladeslag
C
bruine stokjes
D
de boterhaam
Slide 12 - Quiz
A
de paprika
B
de peeper
C
de peper
D
de pepper
Slide 13 - Quiz
Voedsel wat je kunt eten en drinken
Slide 14 - Question de remorquage
de of het
............... brood
............... brood
A
de
B
het
Slide 15 - Quiz
het zaut
A
goed
B
fout
Slide 16 - Quiz
het suiker
goed of fout?
goed of fout?
A
fout
B
goed
C
waar
D
niet waar
Slide 17 - Quiz
welke kleur heeft de tomaat?
Slide 18 - Carte mentale
Is dit de kaas?
Wat is de goede zin?
Wat is de goede zin?
A
ja, dit is een peer
B
nee, dit is een wortel
C
ja, dit is het peper
D
ja, dit is de kaas
Slide 19 - Quiz
Is dit fruit?
A
nee
B
ja
Slide 20 - Quiz
Is melk wit ?
A
Nee, melk is niet wit
B
Ja, melk is wit
C
Nee, melk is rood
Slide 21 - Quiz
wat is goed?
A
de boter
B
het booter
C
de boot
Slide 22 - Quiz
het sla
Is dit goed of fout?
Is dit goed of fout?
A
goed
B
fout
Slide 23 - Quiz
de prij
Is dit goed of fout?
Is dit goed of fout?
A
goed
B
fout
Slide 24 - Quiz
wat eet jij graag?
Slide 25 - Question ouverte
de peer
Is dit goed of fout?
Is dit goed of fout?
A
fout
B
goed
Slide 26 - Quiz
het of de?
wortels
wortels
A
de wortels
B
het wortels
Slide 27 - Quiz
de of het?
bananen
bananen
A
het bananen
B
de bananen
Slide 28 - Quiz
.......... koken
A
ik
B
wij
C
hij
D
zij
Slide 29 - Quiz
......... roer
A
hij
B
wij
C
ik
Slide 30 - Quiz
vind jij fruit lekker
😒🙁😐🙂😃
Slide 31 - Sondage
de of het?
............ olie
............ olie
A
het olie
B
de olie
Slide 32 - Quiz
ik koop ........
A
de tomaat
B
het tomat
C
het tomaaten
Slide 33 - Quiz
goed of fout?
ik eten de appel
ik eten de appel
A
goed
B
fout
Slide 34 - Quiz
ik .......................
A
sneid
B
smijd
C
snijd
Slide 35 - Quiz
wat drink jij graag?
Slide 36 - Question ouverte
Drink jij graag thee?
Slide 37 - Sondage
ik vond de les........
😒🙁😐🙂😃
