les 1 en 2

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7

Les 1 en 2

tegenstellingen

hard - .................................

dag -......................................

neef - ......................................

donker - ......................................

nacht

Je hoort nagt (gt)  Je schrijft cht

nachtegaal

zacht

lacht

vacht

-acht, - echt, -ocht, -ucht

echtgenoot  echtscheiding

bocht - zocht - mocht - 

lucht - zucht - klucht -gerucht

korte klank en dan gt = cht

geen samenstelling (rugtas --> rug tas)

woorden met ch (lach)

De meeste woorden eindigen op g

Er zijn uitzonderingen

ach--> glimlach - belachelijk - kachel

ech --> pech - pechvogel - echo - techniek

ich --> zichzelf - lichaam

uch --> kuchen - kuchje

och --> joch - parochie 

Uitzonderingen

00 --> goochelaar

ui --> juichen

wat is goed

1. pechvogel
2. pegvogel

wat is goed

1. egtgenoot
2. echtgenoot

vossenjacht

1. is goed
2. is fout

Je zegt berigtje
je schrijft....

Je zegt vrugtbaar
je schrijft

Je zegt kageltje
je schrijft ...

Je zegt belagelijk
je schrijft

Je zegt joggie
je schrijft

Aan de slag

Verwerken spelling week 1 les 1 en 2