Chapitre5:een vraag stellen.deel2

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

jammer

evenwichtig

overal

het advies

de plek

gelijk hebben

behalve

vanwege

het doel

dankzij

dommage

équilibré(e)

avoir raison

l'endroit

le conseil

sauf

partout

à cause de

le but

grâce 1a

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

Je pense que je suis malade.

Oui, je ne suis jamais malade

Oui, j'aime bouger!

Non, je reste au lit.

Je fais du patin.

Oui, je mange beaucoup de fruits

Qu'est-ce que tu as?

Tu vas voir le docteur?

Tu es en bonne santé?

Tu fais du sport?

Tu fais quel sport?

Manges-tu bien?

Dus tot nu toe:

Vragend maken door:

1. een ?                                             Il est malade?
2. dmv est-ce que                         Est-ce qu'il est malade?
   
3. omdraaien ond =pv                  Est-il malade?

Een vraag stellen

Maar je kan een zin ook vragend maken mbv een vragend vnw:

Welke vraagwoorden
ken je nog?

où

quand

comment

combien

Pourquoi

Qui

Que

waar

wanneer

hoe

hoeveel

Waarom

Wie

Wat

Een vraag stellen

Maar je kan een zin ook vragend maken mbv een vragend vnw:

où / quand / comment / combien / pourquoi / qui / qu'est-ce que

Een vraag stellen

Maar je kan een zin ook vragend maken mbv een vragend vnw:

où / quand / comment / combien / pourquoi / qui / qu'est-ce que

Je zet het vragend vnw meestal vooraan de zin, soms aan het einde van de zin.

Een vraag stellen

Comment tu t'appelles? => Tu t'appelles comment?

Maak nu: ex 31c + 31d

Klaar? => 31e

Vul het juiste vraagwoord in :
Tu es ..... ? Je suis dans la cuisine.

1. pourquoi
2. qu'est-ce que
3. quand
4. où

Welk vraagwoord is correct?
……… vas-tu à la fête de Yann?

1. comment
2. où
3. qui
4. quand

Welk vraagwoord is hier nodig?
Ton anniversaire, c’est ... ?

1. pourquoi
2. qui
3. combien
4. quand

Welk vraagwoord past in de zin:
" ... tu détestes l'anglais?"

1. quand
2. pourquoi
3. qu'est-ce que
4. qui

Ik kan nu een vraag maken in het Frans

1100

Test jeudi:

• voca A/B/E/F fn-nf
• phrases-clés C/G
• Gram D (ontkenning)
• Gram H (een vraag stellen)

Extra oefeningen

https://www.languagesonline.org.uk/French/Grammar/Questions/5.htm