8.2 Oorzaken van gedrag

8.2 Oorzaken van gedrag
Je kunt omschrijven waardoor gedrag wordt veroorzaakt 
Begrippen: sleutelprikkel en supranormale prikkel 
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

8.2 Oorzaken van gedrag
Je kunt omschrijven waardoor gedrag wordt veroorzaakt 
Begrippen: sleutelprikkel en supranormale prikkel 

Slide 1 - Diapositive

Ethologie
ethologie = gedragsbiologie (onderzoek naar gedrag)

ethologen zijn gedragsbiologen

Slide 2 - Diapositive

van prikkel tot respons

Slide 3 - Diapositive

Begrippen basisstof 2
Tijdens de uitleg vul je dit werkblad in. Luister en kijk goed mee en vul de juiste antwoorden in op de lege plekken.
Alles goed? Dan heb je gelijk een goede samenvatting om te leren.

Slide 4 - Diapositive

Inwendige prikkel:
de prikkel komt van binnenuit
Uitwendige prikkel:
de prikkel komt van buitenaf

Slide 5 - Diapositive

Prikkel
Inwendige prikkel 

Uitwendige prikkel

Adequate prikkel

Slide 6 - Diapositive

Een respons is een reactie op een prikkel

Slide 7 - Diapositive

Motivatie 
Voor gedrag is ook motivatie nodig.
Hoe sterk de reactie is, hangt af van de motivatie
Bijvoorbeeld: 

Slide 8 - Diapositive

Sleutelprikkel
Sleutelprikkel: prikkel die altijd hetzelfde gedrag tot gevolg heeft
De respons op een sleutelprikkel is aangeboren




Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Supranormale prikkels
Supranormale prikkels: versterkte sleutelprikkel 
Leidt tot een sterkere respons

Overdreven eigenschappen = gebruik maken van supranormale prikkels

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Begrippen basisstof 3

Slide 13 - Diapositive

Aangeboren gedrag

Het gedrag ligt opgeslagen in de genen

Slide 14 - Diapositive

Aangeleerd gedrag
fietsen is aangeleerd gedrag

Slide 15 - Diapositive

Verschillende manieren van leren
Gewenning: wennen aan een prikkel die steeds terugkomt.
Voorbeeld: Paarden schrikken van vuur. Door ze er zo vaak mogelijk langs te laten lopen schrikken ze er niet meer van.

Inprenting: Leren in een korte (gevoelige) periode.
Voorbeeld: Kuiken volgt het eerste wat hij ziet na het uitkomen (de moeder)

Slide 16 - Diapositive

Verschillende manieren van leren
Trial and error: leren door proberen en fouten maken.
Voorbeeld: Een kat leert een deur op en te doen door het te blijven proberen. Het mislukt eerst een aantal keer.

Conditionering: leren door een beloning of straf te koppelen aan gedrag.
Voorbeeld: Een hond gaat zitten als je zegt "zit"
Hij heeft geleerd: "zit" zeggen = snoepje krijgen

Slide 17 - Diapositive