3.5 Landschapszones 2

3.5 Landschapszones 2
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3.5 Landschapszones 2

Slide 1 - Diapositive

Plan
Les 1 uitleg
Les 2 opdrachten maken / filmpje

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen 3.5
- analyseren waarom het verschil in klimaat kan leiden tot een verschil in landschap in de subtropische, gematigde, boreale en polaire zone
- beredeneren waarom mensen in de deze gebieden op een bepaalde manier leven
- voorbeelden geven van geleidelijke overgangen in landschap tussen klimaat- en landschapszones

Slide 3 - Diapositive

Tropisch regenwoud

Slide 4 - Diapositive

Savanne

Slide 5 - Diapositive

Steppe

Slide 6 - Diapositive

Woestijn

Slide 7 - Diapositive

Subtropische zone

Slide 8 - Diapositive

Subtropische zone
Mediterraans
  • Kenmerkend: droge, hete zomer, zachte, vochtige winters.
  • Droge periode als gevolg van verschuiven hogedrukgebied (doordat de ITCZ schuift).
  • Cs/Cw
  • Olijfbomen, kurkeiken
  • Leerachtige bladeren - voorkomt verdamping
  • Staan vaak verder uit elkaar - gebruiken niet elkaars water

Slide 9 - Diapositive

Subtropische zone
 1. Klimaat: 
  •  subtropisch klimaat (gematigd zeeklimaat en een tropisch klimaat gecombineerd)

2. Natuurlijke begroeiing: 
  •  naald- en loofbos (kurkeiken, olijfbomen)
  •  lage struiken en bomen
  •  steppe

3. Geschiktheid voor landbouw:
  •  lage chemische vruchtbaarheid (mineralen in de bodem)
  • traditionele, kleinschalige landbouw  
  • moderne, grootschalige
    irrigatielandbouw 





Slide 10 - Diapositive

Gematigde zone

Slide 11 - Diapositive

Gematigde zone
 1. Klimaat: 
  •  gematigd zeeklimaat
  •  steppeklimaat

2. Natuurlijke begroeiing: 
  •  zomergroen loofwoud
  •  grassteppe (prairie, pampa, poesta)

3. Geschiktheid voor landbouw:
  •  hoge tot zeer hoge chemische vruchtbaarheid (mineralen / kunstmest)

  •  groeiseizoen lang genoeg





Slide 12 - Diapositive

Boreale zone

Slide 13 - Diapositive

Boreale zone
 1. Klimaat: 
  •  landklimaat
  •  lage wintertemperaturen

2. Natuurlijke begroeiing: 
  •   naaldwoud

3. Geschiktheid voor landbouw:
  •  lage chemische vruchtbaarheid (mineralen)
  •  vrijwel geen landbouw, alleen bosbouw
  •  kort groeiseizoen





Slide 14 - Diapositive

Polaire zone

Slide 15 - Diapositive

Polaire zone
 1. Klimaat: 
  •  toendraklimaat
  •  poolklimaat
  •  gehele jaar <10°C

2. Natuurlijke begroeiing: 
  •  toendra (gras, heide, struiken)
  •  geen begroeiing, (sneeuw, ijs, kaal)

3. Geschiktheid voor landbouw:
  •  lage fysische vruchtbaarheid (permafrost)
  •  kort groeiseizoen
  •  traditionele, extensieve
    landbouw en veehouderij 




Slide 16 - Diapositive

Leerdoelen 3.5
- analyseren waarom het verschil in klimaat kan leiden tot een verschil in landschap in de subtropische, gematigde, boreale en polaire zone
- beredeneren waarom mensen in de deze gebieden op een bepaalde manier leven
- voorbeelden geven van geleidelijke overgangen in landschap tussen klimaat- en landschapszones

Slide 17 - Diapositive

Aan de slag 
3.5 afronden

Maak een tabel over de kenmerken + de vegetatie per landschapszone

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo