A) Boeren houden meer voedsel over, dat ze kunnen ruilen.
B)Boeren voorzien vrijwel uitsluitend in hun eigen behoeften.
C) Dankzij uitvindingen en ontginningen stijgen de landbouwopbrengsten.
D) Er ontstaan markten op kruispunten van wegen en rivieren.
E) Je kunt spreken van een agrarisch-stedelijke samenleving.
Zet de ontwikkelingen van het ontstaan van steden in de juiste volgorde.
timer
1:00
Slide 4 - Diapositive
In ruiltijd stond de boer in het krijt,
Hij gaf veel van zijn graan en werktijd.
Maar door uitvindingen groeiden de overschotten snel,
En vond de heer, door alles te bewaren raak ik in de knel.
Dus zei hij tegen de boer: geef mij iets dat niet vergaat,
Iets wat tijdens de vroege middeleeuwen vrijwel niet bestaat.
Wat doelt de heer op?
Raadsel
Slide 5 - Diapositive
Leerdoel
Je kunt uitleggen waarom een samenwerking tussen handelssteden voordelig was. Geef hierbij een voorbeeld van een middeleeuws netwerk.
Slide 6 - Diapositive
Overzee handelen nam in de late middeleeuwen toe.
Handel vooral nog regionaal (Europa, Midden-Oosten, Noord-Afrika).
Schepen konden meer tegelijk vervoeren dan karren.
Vervoer over het land was traag en arbeidsintensief.
De wegen waren slecht begaanbaar.
Er waren rovers.
Kortom: goedkoper, sneller en iets veiliger.
Overzee handelen
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Slide 9 - Diapositive
Er werd steeds meer gehandeld in producten uit en met andere gebieden.
Vaak moest men tol betalen in andere steden.
Gevolg: vanaf de 12e eeuw gingen handelssteden samenwerken in een verbond: de Hanze.
Handelsproducten: bont, vis, graan, bier, textiel en zout.
Nederlandse koggeschepen haalden haring, hout, huiden en graan uit het Oostzeegebied.
Nederlandse Hanzesteden: Deventer, Zutphen, Zwolle, Kampen en Harderwijk.
De hanze
Slide 10 - Diapositive
Een Hanzestad had kantoren in andere steden en vroegen minder tol van elkaar.
Handelaren werden beschermt en samen bestreden zij piraten.
Ook: afspraken over concurrentie met niet-leden.
De Hanzesteden kwamen regelmatig bij elkaar voor overleg in Lübeck.
De Hanze was niet het enige handelsnetwerk in Europa. Soms kruizen de netwerken elkaar (bv. in Brugge).
Via Italiaanse steden (zoals Venetië) waren kostbaarheden uit het Midden-Oosten te koop.
De hanze
Slide 11 - Diapositive
Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze. In 1402 werd Nijmegen officieel een Hanzestad.
Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting.
Slide 12 - Diapositive
Wat waren de voordelen van een middeleeuws handelsverbond?
A
Dankzij een handelsverbond hoefden kooplieden geen belasting meer te betalen in andere landen.
B
Dankzij een handelsverbond konden schepen in groepjes varen om zich te weren tegen piraterij.
C
Dankzij een handelsverbond konden handelaren eisen dat ze minder tol hoefden te betalen.
D
Dankzij een handelsverbond konden boeren ook mee beslissen over handel in de stad.
Slide 13 - Quiz
Oefenen met bronvragen
Slide 14 - Diapositive
A: Waar verdiende de man zijn geld mee?
B: Waarom hoort zijn beroep niet bij de vroege middeleeuwen?
C: Waarom was zijn beroep noodzakelijk in de late middeleeuwen?
Slide 15 - Diapositive
Aan de slag!
Maak in stilte de opdracht. Heb je een vraag? Steek je hand op.
timer
15:00
Slide 16 - Diapositive
Leerdoel
Je kunt uitleggen waarom een samenwerking tussen handelssteden voordelig was. Geef hierbij een voorbeeld van een middeleeuws netwerk.