Signaalwoorden + tips hoe je deze kunt gebruiken bij leesvaardigheid
Signaalwoorden
En hoe je deze kunt gebruiken bij leesvaardigheid
Mavo 3
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Signaalwoorden
En hoe je deze kunt gebruiken bij leesvaardigheid
Mavo 3
Slide 1 - Diapositive
Signaalwoorden
Signaalwoorden geven verbanden aan tussen zinnen en tekstdelen. Signaalwoorden helpen je de tekst beter te begrijpen. Wanneer je teksten Engels leest, kijk dan of je signaalwoorden kunt vinden.
- opsomming - tegenstelling - voorbeeld - oorzaak en gevolg
- vergelijking
- voorwaarde
- conclusie
Slide 3 - Diapositive
Wat geeft het woord 'as well' aan? I play soccer, but I play volleyball as well.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
oorzaak en gevolg
Slide 4 - Quiz
Wat geeft het woord 'in addition' aan? The new policy is effective; in addition, it has reduced costs significantly.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
oorzaak en gevolg
Slide 5 - Quiz
Wat geeft 'therefore' aan? The teacher was ill. Therefore I went home.
A
tegenstelling
B
oorzaak en gevolg
C
voorwaarde
D
conclusie
Slide 6 - Quiz
Wat geeft 'although' aan? The manager accepted the proposal, although he had some concerns.
A
conclusie
B
oorzaak en gevolg
C
voorwaarde
D
tegenstelling
Slide 7 - Quiz
Wat geeft 'instead' aan? She chose blue instead of the popular color red.
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
voorwaarde
D
opsomming
Slide 8 - Quiz
Wat geeft 'unless' aan? Unless you register by Friday, you won’t be allowed to attend.
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
voorwaarde
D
opsomming
Slide 9 - Quiz
Wat geeft 'such as' aan? He enjoys extreme sports, such as skydiving and mountain biking.
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
voorwaarde
D
opsomming
Slide 10 - Quiz
Wat geeft 'unless' aan? Unless you register by Friday, you won’t be allowed to attend.
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
voorwaarde
D
opsomming
Slide 11 - Quiz
Wat geeft 'similarly' aan? Similarly, both cities have seen a rise in tourism over the past year.
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
vergelijking
D
opsomming
Slide 12 - Quiz
Wat geeft ' nevertheless' aan? The study was limited in scope; nevertheless, the findings were significant.
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
voorwaarde
D
opsomming
Slide 13 - Quiz
Wat geeft 'provided' aan? Provided that all conditions are met, the funding will be released next quarter.
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
voorwaarde
D
opsomming
Slide 14 - Quiz
Wat geeft 'consequently' aan? The report was submitted late; consequently, the team missed the funding deadline.
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
voorwaarde
D
oorzaak en gevolg
Slide 15 - Quiz
Engelse signaalwoorden
Signaalwoorden geven de verbanden van zinnen of alinea’s in een tekst weer en zorgen ervoor dat de tekst een samenhangend geheel is.
Kortom, signaalwoorden brengen structuur aan in een tekst. Het is belangrijk dat je signaalwoorden kunt herkennen, en dat geldt ook voor Engelse signaalwoorden. Maar welke signaalwoorden zijn er allemaal in het Engels?
Slide 16 - Diapositive
Opsomming
and = en also = ook besides = bovendien first of all, second, third = ten eerste, tweede, derde furthermore = verder too = ook as well = ook
Slide 17 - Diapositive
Tegenstelling
but = maar although = echter however = maar, echter instead (of) = in plaats daarvan still = toch
She chose blue instead of the popular color red.
Slide 18 - Diapositive
Voorbeeld
even = zelfs for example = bijvoorbeeld such as = zoals
She prefers playing sports, such as volleyball.
Slide 19 - Diapositive
Oorzaak en gevolg
as a result of = als gevolg van because - omdat due to = doordat therefore = daarom, dus so = dus
The road was closed due to construction.
Slide 20 - Diapositive
Vergelijking
compared to/with = vergeleken met just like/as = net als similarly = op dezelfde manier
I do like action movies, just like my brother.
Slide 21 - Diapositive
Voorwaarde
except = behalve if = als, nadien unless = tenzij
If I win the lottery, I will buy a sportscar.
Slide 22 - Diapositive
Conclusie
consequently = dus in conclusion = concluderend in short = kortom
Slide 23 - Diapositive
But there's a lot more!
Dit zijn een aantal voorbeelden van signaalwoorden, maar er zijn er nog veel meer.
Deze kun je ook achterin je tekst/werkboek B vinden op blz 158
Slide 24 - Diapositive
Exercise
Maak nu opdracht 3 en 4 van exam preparation B - A reading.
Ga naar magister > leermiddelen > stepping stones. > selecteer in je online boek Exam Preparation B. > selecteer A reading en klik door naar opdracht 3 en 4.