Formatieve toets bs 5

oefentoets th 7




Benodigheden
- Boek & Binas
- Schrift
- Pen, potlood, etc
- Rekenmachine

Cijfer
- NEE


Lessonup
- JA!
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

oefentoets th 7




Benodigheden
- Boek & Binas
- Schrift
- Pen, potlood, etc
- Rekenmachine

Cijfer
- NEE


Lessonup
- JA!

Slide 1 - Diapositive

formatieve toets 

  • er zijn 4 mc-vragen en 4 open vragen over de leerstof, daarna 2 open vragen over je voorbereidingen
  • gebruik in je antwoorden de biologische begrippen die van toepassing zijn
  • gebruik bij uitlegvragen de onderverdeling : gegevens (=data) - verbinding (=uitleg, 'dit betekent ...') - conclusie. 



Slide 2 - Diapositive

(1) Petra is boos en balt haar linker vuist steeds sterker.
Verandert hierdoor de sterkte van de actiepotentialen in de motorische neuronen van haar linkerarm?

A
ja
B
nee

Slide 3 - Quiz

(1) Petra is boos en balt haar linker vuist steeds sterker.
Wat gebeurt er met de impulsfrequentie in de motorische neuronen in haar linkerarm? De impulsfrequentie ....
A
neemt toe
B
neemt af
C
fluctueert

Slide 4 - Quiz

(2) In het tweede deel van de actiepotentiaal volgt een refractaire periode waarin geen nieuwe actiepotentiaal mogelijk is op die plaats van het membraan.
Wat is een van de oorzaken voor dit oponthoudt?
A
Het duurt enige tijd voordat de energie voor een actiepotentiaal geleverd kan worden
B
Het duurt enige tijd voordat de natrium-kaliumpomp kan gaan werken
C
Het duurt enige tijd voordat de Kaliumpoorten weer open kunnen
D
Het duurt enige tijd voordat de Natriumpoorten weer open kunnen

Slide 5 - Quiz

De impulssnelheid in een gemyeliniseerd neuron is 120 m/s.
Een impuls gaat van je ruggenmerg naar je voet. Het axon heeft een lengte van ongeveer 1 meter.
Hoelang duurt het voordat de impuls in je voet is aangekomen?

Slide 6 - Question ouverte

(2) Gebruik BiNaS 88I en H
Het gebruik van Sarin is wereldwijd verboden. Sarin werkt in op een neurotransmitter. Wat is de werking van Sarin op synapsen?

Slide 7 - Question ouverte

(2) In het axon van neuron P is een acriepotentiaal gemeten. I het postsynaptisch membraan van neuron Q verandert korte tijd later het potentiaalverschil van -70 naar -60mV.
Is er door P een neurotransmitter afgegeven aan Q en zo ja, is het effect exciterend of inhiberend?
A
wel afgegeven, exciterend
B
wel afgegeven, inhiberend
C
niet afgegeven

Slide 8 - Quiz

(2) De neurotransmitter GABA inhibeert de activiteit van andere neuronen.

Beschrijf de werking van GABA op de kaliumpoorten en gebruik de juiste begrippen voor die werking.

Slide 9 - Question ouverte

(3) Op het postsynaptisch membraan van een neuron ontstaan tegelijkertijd EPSP's en IPSP's.
Worden de EPSP's hierdoor effectiever of minder effectief? Leg je antwoord uit. Gebruik in je antwoord de biologische begrippen die van toepassing zijn.

Slide 10 - Question ouverte

Welk onderwerp of welke onderwerpen van basisstof begrijp je nog niet goed?

Slide 11 - Question ouverte

Wat heb je gedaan als voorbereiding voor dit toetsje? En hoeveel tijd heb je eraan besteed?

Slide 12 - Question ouverte