Herhalingsles hoofdstuk 5 zonder par 4
1 / 23
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Over welke periode gaat hoofdstuk 5?
A
jagers en verzamelaars
B
tijd van ontdekkers en hervormers
C
tijd van katholieken en protestanten
D
tijd van regenten en vorsten
Slide 3 - Quiz
Hoe heette de koning van het Spaanse rijk?
A
Karel de Grote
B
Karel VI
C
Karel II
D
Karel V
Slide 4 - Quiz
Welke monnik schreef een brief aan de bisschop over hervormingen in de kerk?
A
Johannes Calvijn
B
Erasmus
C
Maarten Luther
D
Karel V
Slide 5 - Quiz
Hoe noem je de mensen die zich afsplitsten van de katholieke kerk?
A
hervormers
B
reformanten
C
protestanten
D
gelovigen
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Wat laat de afbeelding zien?
A
Er waren veel geloofsrichtingen in Europa
B
Er waren weinig geloofsrichtingen in Europa
Slide 8 - Quiz
Wat waren de oorzaken van de Nederlandse Opstand?
Sleep de oorzaken naar de juiste plek.
RELIGIEUS
ECONOMISCH
POLITIEK
Vervolgingen van Calvinisten
Armoede door hoge belastingen en mislukte oogst
Centralisatie
Adel raakt zijn macht kwijt
Slide 9 - Question de remorquage
Welk begrip hoort bij welke persoon?
Ketters vervolgen
95 stellingen
Karel V
Maarten Luther
Reformatie
Denken vanuit de bijbel
Keizer, landheer en koning
Paus bepaalt
Katholiek
Protestant
Slide 10 - Question de remorquage
Slide 11 - Diapositive
Filips II volgde zijn vader Karel V op.
Hoe noem je de strijd die Filips II begon tegen de protestanten?
Hoe noem je de strijd die Filips II begon tegen de protestanten?
A
De Opstand
B
De Reformatie
C
De Beeldenstorm
D
De revolutie
Slide 12 - Quiz
In 1588 werden 7 gewesten een onafhankelijke staat. Ze hoorden niet meer bij het Spaanse Rijk.
Hoe heette deze staat?
Hoe heette deze staat?
A
Het Koninkrijk
B
De Gewesten
C
De Republiek
D
De Opstand
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Wat zie je op het plaatje
A
Een boerderij
B
Een woonhuis
C
Een winkel
D
Een schuilkerk
Slide 15 - Quiz
katholiek
protestant
De Republiek
Spaanse Nederlanden
Amsterdam
Antwerpen
NOORD
ZUID
Slide 16 - Question de remorquage
Hoe noem je het gemiddeld aantal mensen per km2?
A
bevolkingsspreiding
B
bevolkingsgroei
C
bevolkingsdichtheid
D
bevolkingsafname
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Diapositive
Van welk land is deze bevolkingsgrafiek?
A
arm land
B
rijk land
Slide 19 - Quiz
Als mensen verhuizen, noem je dat migratie.
Hoe noem je iemand die naar een ander land verhuist?
Hoe noem je iemand die naar een ander land verhuist?
A
immigrant
B
emigrant
Slide 20 - Quiz
Mensen verhuizen om verschillende redenen.
Wat is een voorbeeld van een politieke reden om te verhuizen?
Wat is een voorbeeld van een politieke reden om te verhuizen?
A
mensen willen bij hun familie wonen
B
mensen leven in armoede
C
mensen zijn op de vlucht voor oorlog
D
mensen verlaten hun land vanwege een natuurramp
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Diapositive
Wat is natuurlijke bevolkingsgroei
A
Dat de bevolking snel groeit
B
Het aantal immigranten min het aantal emigranten
C
Het aantal geboorten min het aantal sterfte gevallen
D
Het aantal geboorten in een jaar
