Do 22 mei Citaten

Citaten
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Citaten

Slide 1 - Diapositive

Citaat (directe rede)
"Wat iemand zegt"

Slide 2 - Diapositive

Citaat
Je schrijft letterlijk op wat iemand heeft gezegd. 

Zo citeer je:
  • Zet voor het citaat een dubbele punt.
  • Begin het citaat met een hoofdletter en eindig met een              punt, vraagteken of uitroepteken.
  • Zet het citaat tussen aanhalingstekens.


Slide 3 - Diapositive

Citaat

Slide 4 - Diapositive

Zinnen met citaten

Slide 5 - Diapositive

Let op

Staat een citaat vooraan in de zin? Géén dubbele punt!
Je zeg achter een citaat een , of ? of !

Slide 6 - Diapositive

DUBBELE PUNT in een citaat
Als je iemands woorden weergeeft in de directe rede, dus letterlijk, heet dat een ‘citaat’. Met een dubbele punt kun je een citaat aankondigen. Je zet het citaat tussen aanhalingstekens:
– 
Jasper zei: ‘Overmorgen ben ik jarig.’
– 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

'Dit is een citaat', zei hij.

Slide 9 - Diapositive

'Dit is', zei hij, 'een citaat.'

Slide 10 - Diapositive

Wat moet je doen als je iets moet citeren?
A
De alinea zo duidelijk mogelijk samenvatten.
B
De hele tekst kort en bondig samenvatten.
C
Een deel van de tekst in eigen woorden zetten.
D
Een deel van de tekst letterlijk overnemen.

Slide 11 - Quiz

komma
geen komma
voor aanspreking
eind van de zin
tussen twee PV's
tussen delen van een opsomming
bij een citaat
bij een gedachte
na aanspreking

Slide 12 - Question de remorquage

Wat is CITEREN?

Slide 13 - Question ouverte

Fimme zegt dat hij naar de wc gaat.
Zet deze zin in de directe rede.

Slide 14 - Question ouverte

Ulbe zegt : 'Ik ga de hond uitlaten.'
Zet nu de zin in de indirecte rede.

Slide 15 - Question ouverte

Meneer De Jong zegt: 'Wie heeft er nog nieuws van de dag?'
Zet deze zin in de indirecte rede.

Slide 16 - Question ouverte

Huiswerk voor ma 26 mei
Maken opdracht 3 en 4

Hoe schrijf je citaten?
Spelling blok 5

Slide 17 - Diapositive