Les 1. Kunst Drama Theorie: drama en andere kunsten

Welkom M4
Kunst Drama 2024-2025
Les 1
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welkom M4
Kunst Drama 2024-2025
Les 1

Slide 1 - Diapositive

Fragment Kamelen in de polder
Kijk naar het volgende fragment uit de voorstelling Kamelen in de polder. Schrijf de begrippen op die je herkent, ziet of die worden gezegd en die volgens jou over theater gaan.



Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Schrijf de begrippen op die je herkent, ziet of die worden gezegd en die volgens jou over theater gaan.

Slide 4 - Question ouverte

Begrippen fragment

Theatervormgeving
Decor
Kostuum
Licht
Geluid
Muziek
Rekwisieten
Conflict






Houding 
Mimiek
 Spel
Afgaan
Repeteren
Montagetheater

Slide 5 - Diapositive

Fragment Kamelen in de polder
Kijk naar het volgende fragment over de voorstelling Kamelen in de polder

Wat vertellen de theatermakers over hun maakproces?



Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Wat vertellen de makers over hun maakproces?

Slide 8 - Question ouverte

SE 1: basisvaardigheden
Week 1: basisbegrippen; theatrale middelen; spelgegevens; functies drama
Week 2:tekst begrippen; spanningsopbouw
Week 3: denktekst; subtekst; karaktereigenschappen
Week 4: non-verbale/verbale uitingsmogelijkheden; dramatische technieken; verwijzen werkelijkheid
Week 5: rol; speltechnieken; speelstijl; typetje; status
Week 6: herhalen theatervormgeving
Week 7: oefentoets

Slide 9 - Diapositive

Vandaag

Uitleg periode 4 drama
Basis herhalen
Begrippen oefenen
Oefenen met examenvraag
Afsluiting



Slide 10 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kent de basisbegrippen (non-verbale en verbale uitingsmogelijkheden, 5 w's/spelgegevens) en kunt deze toepassen op een examenvraag
  • Je weet hoe een examenvraag eruit ziet 
  • Je weet hoe je een examenvraag kan oplossen

Slide 11 - Diapositive

Wat zie je?
Om theater te beschrijven, gebruik je verschillende begrippen. Weten jullie er nog een paar van afgelopen periodes

Slide 12 - Carte mentale

Basisbegrippen
  • Theatrale middelen
  • Non verbale uitingsmogelijkheden (mimiek, gebaren, houding)
  • Verbale uitingsmogelijkheden (taalgebruik, stemgebruik)
  • Spelgegevens (5 W’s)

Slide 13 - Diapositive

Theatrale middelen

- spelgegevens
- vormgevingsmiddelen
- mise-en-scene

Slide 14 - Diapositive

Spelgegevens
Spelgegevens / 5 W’s:
Wie
Wat
Waarom
Waar
Wanneer
= basisaspecten van een speelverhaal of scene


Slide 15 - Diapositive

Theatervormgeving

Decor 
Rekwisieten / attributen
Kostuums 
Hairstyling en grime
Licht
Muziek
Geluid

Slide 16 - Diapositive

Theatervormgeving?

Slide 17 - Diapositive

Theatrale middelen
Spelgegevens



7 vormgevingsmiddelen




Enscenering
- 5 W's

- decor
- attributen
-kostumering
- kap en grime
- licht
- muziek
- audiovisueel
- mise-en-scène
- vormgeving (plaatsing)

Slide 18 - Diapositive

De 3 functies van theater
Drama in de maatschappij

Slide 19 - Diapositive

De 3 functies van theater zijn:
1. informeren / leren
2. amuseren
3. overtuigen

Uitleg

Slide 20 - Diapositive

Zoek een voorbeeld met 1 van de besproken functies

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Vidéo

Welke functie heeft deze voorstelling?
A
informeren / leren
B
amuseren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Vidéo

Welke functie heeft deze voorstelling?
A
informeren / leren
B
amuseren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Vidéo

Welke functie heeft deze voorstelling?
A
informeren / leren
B
amuseren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Vidéo

Welke functie heeft deze voorstelling?
A
informeren / leren
B
amuseren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 29 - Quiz

Opdracht 1: begrippen examen
  • Neem de begrippen van een oud examen door. Bedenk goed welke je nog niet begrijpt. Zet hier een streepje voor, dan weet je dat je deze nog extra goed moet leren.
  • Deze periode zullen alle basisbegrippen behoorlijk snel langskomen. Zorg er dus voor dat je zelf goed de begrippen bijhoudt.
  • Deze begrippen zijn de basis voor het CSE!


Slide 30 - Diapositive

Begrippen examen 2022
voorstelling
stemtechniek
tempo volume
mise-en-scene
regieaanwijzing
scene
personage
podium

vormgevingsmiddel
spelgegevens
citeren
handeling
non-verbale uitingsmogelijkheid
cue
speciaaltje
kunstdiscipline
speltechniek
identificeren
dubbelrol
schakelen



Slide 31 - Diapositive

Begrippen examen 2022
denktekst
schakelen
dialoog
claus
motief
dramatische tijd
manieren van verwijzen naar werkelijkheid
doorbreken vierde wand
theatervorm
monoloog
werkelijkheid
spelwerkelijkheid
functies theater
rekwisiet
hoofdrol
regisseur
hoge status


Slide 32 - Diapositive

Begrippen examen 2022
fysiek kenmerk lage status
kijkrichting camera
innerlijk conflict
cliffhanger
open doekje
maatschappelijk onderwerp
metafoor
locatietheater
rolinterview


contrast
jabberen
expositie
spanningsboog
karaktereigenschap
poppenspel
absurd
(panto)mime
mimiek
emoties

Slide 33 - Diapositive

Opdracht 2: analyse theatrale middelen

Bekijk de openingsscene van de voorsteling  Showponies 2

https://npo.nl/start/serie/de-alex-klaasen-revue-showponies 

Beschrijf de theatrale middelen
  • vul de 5 W’s in over de scene
  • vormgevingsmiddelen
  • en beschrijf de mise en scene



Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Lien

Beschrijf de theatrale middelen
vul de 5 W’s in over de scene
vormgevingsmiddelen
en beschrijf de enscenering

Slide 36 - Question ouverte

Opdracht 3: maakopdracht
Laat je inspireren door Showponies 2 en maak de volgende opdracht:

  • Schrijf een tekst voor een openingsscene van jouw eigen Showponies
  • Verwerk hier ook de theatrale middelen in met regie-aanwijzingen
  • Presenteer deze tekst voor de klas en laat de regie-aanwijzingen ZIEN
timer
10:00

Slide 37 - Diapositive

Opdracht 4: oefenen examenvraag
Dit vragenblok gaat over de voorstelling De Alex Klaassen Revue, Showponies.
Showponies is een ‘identiteitsrevue’ met vrolijke sketches en liedjes over seksualiteit, gender en identiteit. Showponies is geschreven door Alex Klaassen. Hij speelt ook de meeste rollen.

Op de afbeelding zie je de flyer van de voorstelling. Voor de foto op deze flyer zijn materiele vormgevingsmiddelen gebruikt, die iets vertellen over wat je zou kunnen verwachten in de voorstelling.


Slide 38 - Diapositive

Examenvraag 1
1. (2p)
– Noem twee soorten vormgevingsmiddelen en geef van elk soort vormgevingsmiddel een voorbeeld dat je ziet op de foto.
- Leg daarna bij elk voorbeeld uit wat je erdoor verwacht van de voorstelling.

Slide 39 - Diapositive

Afb 1 - examenvraag 1

Slide 40 - Diapositive

1. (2p)
– Noem twee soorten vormgevingsmiddelen en geef van elk soort vormgevingsmiddel een voorbeeld dat je ziet op de foto.
- Leg daarna bij elk voorbeeld uit wat je erdoor verwacht van de voorstelling.

Slide 41 - Question ouverte

ANTW - examenvraag 1 (2p)
soort vormgevingsmiddel met voorbeeld en uitleg (twee van de volgende):
 attribuut/rekwisiet: bril. De voorstelling is grappig (bedoeld). / Alex
Klaasen speelt typetjes.
 kostuum: tutu. Alex Klaasen zal ook vrouwen spelen. / Er komt ook dans
in voor. / Hij speelt met man-vrouwbeelden. / Gender is een onderwerp.
 grime en hairstyling: pruik. De voorstelling is grappig (bedoeld). / Alex
Klaasen speelt typetjes.
ook goed: kostuum: bloot bovenlijf. De voorstelling is taboedoorbrekend. /
Seksualiteit is een onderwerp.
ook goed: kostuum: bril. De voorstelling is grappig (bedoeld). / Alex Klaasen
speelt typetjes.
per juist antwoord 1 

Slide 42 - Diapositive

Noem drie dingen die je vandaag hebt geleerd

Slide 43 - Question ouverte

Noem twee dingen die je vandaag hebben verrast

Slide 44 - Question ouverte

Noem nog 1 ding waar je een vraag over hebt

Slide 45 - Question ouverte

Volgende week

Slide 46 - Diapositive