Oriëntatie op jezelf en de wereld: Vulkanen

Wat weet je over vulkanen?
1 / 13
suivant
Slide 1: Question ouverte
AardrijkskundeBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat weet je over vulkanen?

Slide 1 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

In deze les leer je ...

wat magma is en waar dit zit;
wat een kraterpijp is en waar deze zit;
wat een krater is en waar deze zit;
weet ik wat lava is;
waar en hoe vulkanen ontstaan.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Een vulkaanuitbarsting
  • Aardmantel
  • Aardkorst 
  • Magma
  • Kraterpijp
  • Krater
  • Lava

Slide 4 - Diapositive

In de aardmantel begint een vulkaanuitbarsting. In de aardmantel zit een hele hete stroop. Deze stroop bestaat uit gesmolten stenen. Als deze stroop in de mantel zit noemen we dit magma. Boven de aardmantel ligt de aardkorst die zwaar drukt op de magma. Als de druk te groot wordt, zoekt de magma een weg naar buiten. Dit kun je vergelijken met een puist (misschien vinden jullie dit een beetje vies). Als je een puist heb en je zet er veel druk op, dan komt het via een gaatje in je huid naar buiten. Zo zit het ook met de magma alleen komt de magma niet buiten via een gaatje maar via smalle spleten in de aardkorst. Deze smalle spleten noemen we kraterpijpen. De magma stroomt door de kraterpijp naar buiten naar de krater. Wanneer de magma buiten de aardkorst komt noemen we dit geen magma meer maar lava. Als de lava afkoelt wordt het hard. Buiten lava komen er ook rook en giftige gassen uit een vulkaan tijdens een uitbarsting. Een vulkaan uitbarsting kan dus veel schade en slachtoffers veroorzaken.

Welk getal hoort bij welk woord?

Waar en hoe ontstaan vulkanen?

  • Aardplaten 
  • Tektoniek
  • Landplaten en zeeplaten
  • Trog en rug

Slide 5 - Diapositive

Waar ontstaan vulkanen?

Niet overal op de aarde kan je vulkanen vinden. De meesten vulkanen ontstaan op de plaatsen waar aardplaten langs elkaar bewegen of tegen elkaar aan bewegen. Vulkanen komen dus net als aardbevingen voor dichtbij de breuken in de aardkorst. Vulkanen liggen in twee gebieden:
Gebied 1:

De plek waar de landplaat in botsing komt met een zeeplaat. De zeeplaat is zwaarder dan de landplaat. Hierdoor schuift de zeeplaat onder de landplaat. Hierdoor ontstaat er een diepe kloof die we ook wel trog noemen.

Gebied 2:
De plek waar twee zeeplaten uit elkaar schuiven. Op de bodem van de oceaan ontstaat dan een spleet tussen de platen. De magma stroomt door de spleten naar buiten. De magma koelt snel af in het water en wordt hard gesteente. Zo ontstaat er een nieuwe bodem in de oceaan als een soort rug. Deze rug kan soms zelfs boven het water uitkomen, dan is er een eiland ontstaan. Een voorbeeld van een eiland is IJsland. Dit eiland groeit nog steeds.

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions


Bij welk getal vind je Lava?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet de smalle doorgang waar magma onder hoge druk naar buiten komt?
A
Aardkorst
B
Krater
C
Kraterpijp
D
Aardmantel

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar een zeeplaat botst met een landplaat ontstaat een:
A
Rug
B
Trog
C
Schildvulkaan
D
Dal

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar een zware plaat onder een lichte plaat duikt, ontstaan vaak krachtige vulkaanuitbarstingen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak de zin af. In Nederland zijn geen vulkanen, omdat ......

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Carte

Verwijzing naar de volgende les:

Vulkaan Vesuvius en de geschiedenis van Pompei

In het jaar 62 trilde de grond van de Romeinse kunststad Pompei, heel veel gebouwen werden verwoest. Er was een zware aardbeving gaande. Jaren na de uitbarsting voelde de bewoners de grond nog weleens trillen, maar er kwam geen aardbeving. Omdat er geen uitbarstingen meer waren, maakten de bewoners zich geen zorgen meer toen er op 15 augustus in het jaar 79 weer lichte schokgolven waren. Op 20 augustus in dat jaar was er een zware aardbeving. Vanuit de zee beukten er hele grote golven het strand op. Na deze dag was alles rustig maar niet voor lang meer. Op 24 augustus was er een hele heftige aardbeving. Dit keer was er ook een harde knal te horen. Dit kwam omdat de berg aan de rand van de stad open barstte. Uit de berg kwam een grote zwarte rookwolk, daarna begon het as en stenen te regenen. De Vesuvius vulkaan barstte uit. De inwoners probeerden over zee te vluchten maar door de tsunami was dit ook niet mogelijk. Binnen een paar uur was heel de stad bedolven onder modder, as en stenen. De laag was wel zes meter dik. Bijna alle inwoners van Pompei en de omliggende dorpjes zijn omgekomen.

Slide 13 - Carte

Cet élément n'a pas d'instructions