Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
aiToolsTab
Beta
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Quiz - Spreekwoorden met dieren
Woordenschat les 3
Spreekwoorden en gezegde met dieren
1 / 43
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Cette leçon contient
43 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Woordenschat les 3
Spreekwoorden en gezegde met dieren
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Toen ik na het voetballen thuis kwam, had ik honger als een...
Slide 3 - Diapositive
Toen ik na het voetballen thuis kwam, had ik honger als een...
A
Olifant
B
Paard
C
Stier
Slide 4 - Quiz
Mijn broer doet nooit iets thuis. Hij is zo lui als een .....
Slide 5 - Diapositive
Mijn broer doet nooit iets thuis. Hij is zo lui als een .....
A
Hond
B
Luiaard
C
Varken
Slide 6 - Quiz
Tobias weet overal een oplossing voor. Hij is zo slim als een ...
Slide 7 - Diapositive
Tobias weet overal een oplossing voor. Hij is zo slim als een ...
A
Uil
B
Vos
C
Konijn
Slide 8 - Quiz
Na het beahlen van de eerste prijs was Yasmin zo trots als een ...
Slide 9 - Diapositive
Na het beahlen van de eerste prijs was Yasmin zo trots als een ...
A
pauw
B
flamingo
C
ooievaar
Slide 10 - Quiz
Na de donderpreek van de lerares was Michel zo mak als een ...
Slide 11 - Diapositive
Na de donderpreek van de lerares was Michel zo mak als een ...
A
puppy
B
kalfje
C
lammetje
Slide 12 - Quiz
Dit waren gezegde
Deel van een zin
Verdwijnen en ontstaan sneller
Gezegde kun je ombouwen in een zin
Voorbeeld: hij is
zo ziek als een hond
Slide 13 - Diapositive
Zoek de spreekwoorden in deze afbeelding. Schrijf het spreekwoord en de betekenis op.
Slide 14 - Diapositive
Woordenboek:
Zoek in het woordenboek de spreekwoorden met 'hond' op en schrijf deze op.
Schrijf de betekenis erbij
Als je klaar bent doe je dit ook met 'kat'
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Er als een haas vandoor gaan.
Slide 18 - Diapositive
Er als een haas vandoor gaan.
A
Hij rent hard weg
B
Hij rent zo snel als een haas
C
Hij kiest de goede weg
D
Hij is bang dat hij wordt opgegeten
Slide 19 - Quiz
Hij rent hard weg.
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Vidéo
Slide 22 - Diapositive
Zo glad als een aal.
A
Glibberig
B
Ongrijpbaar
C
Langwerpig
D
Angstig
Slide 23 - Quiz
Ongrijpbaar
Slide 24 - Diapositive
Hij is een haantje-de-voorste.
Slide 25 - Diapositive
Hij is een haantje-de-voorste
A
Hij is altijd de beste
B
Hij is altijd de slimste
C
Hij is er altijd als eerste bij
D
Hij valt buiten de groep
Slide 26 - Quiz
Hij is er altijd als eerste bij.
Slide 27 - Diapositive
Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen.
Slide 28 - Diapositive
Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen.
A
Alleen iemand die dommer is dan een ezel maakt 2x dezelfde fout
B
Ezels zijn eigenlijk hele slimme dieren
C
Als je steeds dezelfde fout maakt, is dat niet zo erg
D
Ezels zijn hele domme dieren.
Slide 29 - Quiz
Alleen iemand die dommer is dan een ezel maakt twee keer dezelfde fout
Slide 30 - Diapositive
De aap komt uit de mouw.
Slide 31 - Diapositive
De aap komt uit de mouw.
A
Je bent grappig als een aap.
B
Je hebt extra handen.
C
De waarheid wordt onverwacht duidelijk.
D
Je hebt harige armen.
Slide 32 - Quiz
De waarheid wordt onverwacht duidelijk.
Slide 33 - Diapositive
Blaffende honden bijten niet.
Slide 34 - Diapositive
Blaffende honden bijten niet.
A
Van wie veel dreigt, heb je vaak het minst te vrezen.
B
Als je hard schreeuwt krijg je keelpijn.
C
Je bent geen hondenmens.
D
Je krijgt een lage stem.
Slide 35 - Quiz
Van wie veel dreigt, heb je vaak het minst te vrezen.
Slide 36 - Diapositive
Leven als kat en hond.
Slide 37 - Diapositive
Leven als kat en hond.
A
Een harige rug hebben.
B
Lui zijn.
C
Veel van elkaar houden.
D
Veel ruzie maken.
Slide 38 - Quiz
Vaak ruzie maken.
Slide 39 - Diapositive
De kat uit de boom kijken.
Slide 40 - Diapositive
De kat uit de boom kijken.
A
Een afwachtende houding hebben.
B
Erg lui zijn.
C
Veel van huisdieren houden.
D
Graag buiten willen zijn.
Slide 41 - Quiz
Een afwachtende houding aannemen.
Slide 42 - Diapositive
Opdracht
Zoek de betekenis van onderstaande spreekwoorden op en bedenk een situatie waarbij je deze zou kunnen gebruiken.
1. Je moet een gegeven paard niet in de bek kijken
2. Dat is een waarheid als een koe
3. Zich wagen in het hol van de leeuw
4. Van een mug een olifant maken
5. De koe bij de horens vatten
Slide 43 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Quiz - Spreekwoorden met dieren
July 2023
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Spreekwoorden met dieren
May 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Spreekwoorden met dieren
October 2022
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Spreekwoorden met dieren
May 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Spreekwoorden met dieren
March 2025
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
7 nov
November 2024
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 6
spreekwoorden
November 2020
- Leçon avec
24 diapositives
Middelbare school
Spreekwoorden met dieren
November 2020
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1