Thema 6: herhalen B1 t/m 6

Thema 6: herhalen 
B1 t/m 6
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Thema 6: herhalen 
B1 t/m 6

Slide 1 - Diapositive

Uitlopers en wortelstokken zijn voorbeelden van...
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 2 - Quiz

Knol
Wortelstok
Uitloper
Bol

Slide 3 - Question de remorquage

Dit is de stuifmeelkorrel van
A
een insectenbloem
B
een windbloem

Slide 4 - Quiz

Waar vindt meiose plaats?
Meiose
Meiose

Slide 5 - Question de remorquage

insectenbloem
insectenbloem
windbloem
windbloem
windbloem

Slide 6 - Question de remorquage

Een knol is een :
A
korte stengel
B
verdikte wortel
C
verdikte knop
D
zaadje

Slide 7 - Quiz

Vrucht of zaad?
A
Vrucht
B
Zaad

Slide 8 - Quiz

De kroonbladeren zijn felgekleurd bij ?
A
Insectenbloemen
B
Windbloemen

Slide 9 - Quiz

Wat is nectar?
A
een zoete vloeistof die bloemen maken
B
Een soort honing die bijen maken
C
Een vrucht die in tropische landen groeit
D
Een stof die bladeren helpt om te ademen

Slide 10 - Quiz

Wat is het verschil tussen uitlopers en wortelstokken?
A
Uitlopers zijn bovengronds en wortelstokken ondergronds.
B
Uitlopers zijn ondergronds en wortelstokken bovengronds
C
Uitlopers zijn wortels en wortelstokken niet.
D
Uitlopers zijn stengels en wortelstokken niet.

Slide 11 - Quiz

Wat is de functie van kroonbladeren?
A
Bescherming
B
Voor de sier
C
Lokken van insecten
D
Voortplantigsorgaan

Slide 12 - Quiz

Mensen met hooikoorts zijn allergisch voor stuifmeelkorrels. Van welke planten komen deze stuifmeelkorrels?
A
Windbloemen
B
Insectenbloemen
C
Zowel wind- als insectenbloemen
D
Alleen van gras

Slide 13 - Quiz

Welke vorm van bestuiving?
Kruisbestuiving
Zelfbestuiving
(binnen eigen bloem)
Geen bestuiving
Geen bestuiving
Zelfbestuiving (binnen zelfde plant)
Geen bestuiving

Slide 14 - Question de remorquage

Wat is NIETWAAR over nectar?

A
Insecten zoeken het in de bloembodem van de plant
B
Het kan verwerkt worden in voedingsmiddelen
C
Het is een zoet sap
D
Het is honing

Slide 15 - Quiz

vruchten met één zaad
Vruchten met meer zaden

Slide 16 - Question de remorquage

Stijl
Stempel
Stamper
Vruchtbeginsel

Slide 17 - Question de remorquage

hoeveel zaad\zaden heeft een pruim
A
1
B
5
C
2
D
6

Slide 18 - Quiz

Het zaadbeginsel groeit na de bevruchting uit tot ...
De bevruchte eicel groeit uit tot ...
Het vruchtbeginsel groeit na de bevruchting uit tot ...
Zaad
Kiem
Vrucht

Slide 19 - Question de remorquage

Wortel
Bol
Knol
Zaden
Knol
Zaden
Zaden

Slide 20 - Question de remorquage

het insect laat de stuifmeelkorrel achter op de stempel
er groeit een stuifmeelbuis door de stijl naar beneden
het zaad van de stuifmeelbuis versmelt met de eicel
de zaadplant is bevrucht

Slide 21 - Question de remorquage

ongeslachtelijke voortplanting bij planten: sleep de namen naar de bijbehorende afbeelding.
R14
voortplanting dmv knollen
weefselkweek
voortplanting dmv wortelstokken
voortplanting dmv stekken
voortplanting dmv bollen
voortplanting dmv uitlopers

Slide 22 - Question de remorquage

Dit is ongeslachtelijke voortplanting door...
A
enten
B
bollen
C
uitlopers
D
wortelstokken

Slide 23 - Quiz

De bladeren van een bloem bestaan uit kelkbladeren en kroonbladeren.
Wat is de belangrijkste functie van kelkbladeren?

A
Aanlokken insecten voor bestuiving
B
Bescherming van de bloem tegen kou en uitdroging

Slide 24 - Quiz

veel stuifmeel
weinig stuifmeel
opvallende bloem
onopvallende bloem
maakt geen nectar
maakt nectar
stempel hangt uit de bloem 
stempel zit in de bloem

Slide 25 - Question de remorquage

Insectenbloem of windbloem?
Insectenbloem
Windbloem
Veel stuifmeel
Weinig stuifmeel
Maakt nectar
Maakt geen nectar

Slide 26 - Question de remorquage

Aan de tak van deze naaldboom hangt een kegel met
zaden. Enkele zaden zijn vergroot weergegeven.

Hoe worden de zaden van deze naaldboom
verspreid?

A
Door de plant zelf.
B
Door de wind.
C
Door dieren.

Slide 27 - Quiz

Bij welke van deze dieren is er inwendige bevruchting?
A
poes, kip, hert
B
poes, muis, pad
C
poes, stekelbaars, kikker
D
poes, kikker, snoek

Slide 28 - Quiz

Welke bloem is windbloem (of welke bloemen zijn windbloemen) in deze afbeelding?
A
Bloem 1.
B
Bloem 2.
C
Bloem 3.
D
Geen van de drie bloemen is een windbloem.

Slide 29 - Quiz

Welke stelling klopt over ongeslachtelijke voortplanting?

Bij ongeslachtelijke voortplanting...
A
... zijn zaad- en eicellen betrokken.
B
... vindt er bevruchting plaats.
C
... lijken de nakomelingen op de ouders.
D
... zien de nakomelingen er anders uit dan de ouders.

Slide 30 - Quiz

Bollen
A
Verdikte bladeren
B
Verdikte stengels
C
Horizontaal groeiende stengels

Slide 31 - Quiz