Periode kunstgeschiedenis
1 / 29
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat verstaan wij onder de hofcultuur?
A
Het bourgondische hof, de renaissance, de barok en de gouden eeuw
B
Het bourgondische hof, de renaissance en de barok
C
Het bourgondische hof
D
De renaissance, de barok en de gouden eeuw
Slide 3 - Quiz
Het bourgondische hof
De renaissance
De barok
De gouden eeuw
14e en 15e eeuw
15e en 16e eeuw
17e en 18e eeuw
17e eeuw
18e en 19e eeuw
16e eeuw
Slide 4 - Question de remorquage
Wat betekent cantus firmus?
A
Een vaste zanglijn die de basis vormt voor het intro van het stuk
B
Een eenstemmige zangvorm in de renaissance
C
Een eenstemmige zangvorm in het bourgondische rijk
D
Een vaste zanglijn die de basis vormt voor het hele stuk
Slide 5 - Quiz
Wie heeft dit kunstwerk gemaakt?
Slide 6 - Question ouverte
Wat betekent "renaissance"?
A
Wederzijds
B
Hereniging
C
Wedergeboorte
D
De oudheid
Slide 7 - Quiz
De renaissance
Niet de renaissance
wetenschap
homo universalis
Leonardo di caprio
Leonardo da Vinci
harmonie
dynamiek
centraal bouw
asymmetrie
Slide 8 - Question de remorquage
In de renaissance grijpt men terug naar...
A
het katholieke geloof
B
de middel eeuwen
C
de oudheid
D
de wetenschappen
Slide 9 - Quiz
Hoe heet de kunstenaar die dit kunstwerk heeft gemaakt?
Slide 10 - Question ouverte
Hoe heet deze houding?
A
Contrahouding
B
Contraposthouding
C
Contrabasshouding
D
Composthouding
Slide 11 - Quiz
Welke componist uit de renaissance ontwikkelde de affectenleer?
A
C. Monteverde
B
C. Montgomery
C
C. Monteverda
D
C.Monteverdi
Slide 12 - Quiz
Wat betekent affectenleer?
A
Dat je emotie en muziek met elkaar kunt koppelen
B
Dat de emotie belangrijker is dan muziek in het stuk
C
Dat je emotie en muziek niet aan elkaar kunt koppelen
D
Dat muziek alleen maar emotioneel mag zijn
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Wat is op deze afbeelding te zien?
A
Een opera scene
B
Comedia de larte
C
De nachtwacht
D
Een tragedie
Slide 15 - Quiz
Maarten Luther was tegen de corruptie van...
A
rijke katholieke priesters
B
het aflatensysteem
C
de Vaticaan
D
de protestantse kerk
Slide 16 - Quiz
Welke kunstenaar maakte de Vierstromen fontein in Rome?
A
Bellini
B
Bambini
C
Bernini
D
Mussolini
Slide 17 - Quiz
Barok
Renaissance
kerk staat los
kolossale orde
pilasters
lichtheid
triomfboog
versieringen
Slide 18 - Question de remorquage
Slide 19 - Diapositive
Hoe heet de kunststroming binnen de barok, een "lichtere variant" waar veel pastelkleuren werden gebruikt?
A
Rococo
B
Ratatat
C
Rocucu
D
Roccoco
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Diapositive
Hoe heet deze meneer die verantwoordelijk was voor "de verlichting"?
Slide 22 - Question ouverte
De gouden eeuw heette de gouden eeuw omdat..
A
Het een tijdperk was waar iedereen rijk was
B
Omdat het een bloeiperiode was voor de handel/kunsten
C
Omdat er in dit tijdperk tijdens zeevaart veel goud werd gevonden
D
Omdat het het einde betekende van de burgeroorlog
Slide 23 - Quiz
Kunstenaars kregen tijdens de gouden eeuw veel opdrachten van...
A
residenten
B
regenten en kooplieden
C
De kerk
D
regenten
Slide 24 - Quiz
Wie heeft dit schilderij geschilderd?
(Noem voor en achternaam!)
(Noem voor en achternaam!)
Slide 25 - Question ouverte
Slide 26 - Diapositive
Vermeer en Leonardo da Vinci gebruiken allebei een bepaalde techniek. Hoe heet deze?
A
Sfumato
B
Sufamato
C
Sufumato
D
Safumato
Slide 27 - Quiz
Hoeveel totslaafgemaakten verhandelde Nederland over ruim 300 jaar tijd?
A
500.000
B
700.000
C
600.000
D
800.000
Slide 28 - Quiz
Was Rembrandt volgens jou voor of tegen de slavernij?
VOOR
TEGEN
