Chapitre 2 expressions avec des animaux

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Programme
Tu peux te présenter?
Expressions animaux (de compagnie..)
Exercices

Slide 2 - Diapositive

1

Slide 3 - Vidéo

01:18
Wat is "un cafard"?
A
een kakkerlak
B
een mug
C
een tor
D
een vlinder

Slide 4 - Quiz

wat betekent de uitdrukking:
avoir le cafard
A
een kakkerlak als huisdier
B
kakkerlakken in huis hebben
C
gedeprimeerd zijn/ verdrietig zijn

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Poser un lapin à quelqu 'un
betekent:
A
Iemand voor gek zetten
B
iemand een konijn als cadeau geven
C
een konijn uit de hoge hoed toveren
D
niet op komen dagen

Slide 7 - Quiz

Un lapin is een konijn. Wat betekent de uitdrukking: poser un lapin à quelqu'un (iemand)?
A
Niet komen opdagen
B
een konijn voorstellen aan iemand
C
een konijn aan iemand verkopen

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Welke twee betekenissen heeft "bête"?
A
1. beestje 2.lief
B
1. beestje. 2. dom
C
1. mooi 2. dom
D
1. beestje 2. mooi

Slide 10 - Quiz

Wat is "une vache"?
A
een ezel
B
een konijn
C
een kakkerlak
D
een koe

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Wat betekent:
"parler français comme une vache espagnole? "
(Frans praten zoals een Spaanse koe)
A
heel goed Frans praten
B
heel goed Spaans praten
C
heel slecht Frans praten
D
heel slecht Spaans praten

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Wat betekent:
Il pleut comme vache qui pisse?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive