Pronouns

• Engels
• MBO
• Studiejaar 1

PRONOUNS

Kappers 1B

Pronouns

• Personal pronouns (persoonlijk voornaamwoorden) gebruik je om naar iemand te refereren of te wijzen. 

• Als je wilt uitdrukken dat iets van jou (of van iemand anders) is, kun je possessive pronouns (bezittelijke voornaamwoorden) gebruiken.

Personal Pronouns

• Bepaal of het persoonlijk voornaamwoord het onderwerp van de zin is of het lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp is.

• Bepaal of je een enkelvoudsvorm of meervoudsvorm moet gebruiken.

• Bepaal welk persoonlijk voornaamwoord je  precies moet gebruiken. 

Example

I like Bart. 

You must listen.

She is nice. 

We are waiting for him.

Can you help us?

I won't buy them. 

Maak een zin met een Personal Ponoun.

Possessive pronouns

• Bepaal of het bezittelijk voornaamwoord vóór het zelfstandig naamwoord waarnaar het verwijst in de zin staat of dat dat niet zo is.

• Bepaal of je een enkelvoudsvorm of meervoudsvorm moet gebruiken.

• Bepaal welk bezittelijk voornaam woord je precies moet gebruiken. 

Example

She's my friend.

Is that her house?

This was our idea.

She's a friend of mine.

Are both red cars yours?

I'm a colleague of theirs.

Maak een zin met een Possessive Pronoun.

I am Patrick

1. Personal Pronoun
2. Possessive pronoun

Yes, that's me on that picture.

1. Personal Pronoun
2. Possessive Pronoun

I like to wear my green jacket on pictures, because that jacket is mine.

1. Personal Pronoun
2. Possessive Pronoun

Do you like him?

1. Personal Pronoun
2. Posessive Pronoun

Have you ever been to our place?

1. Personal Pronoun
2. Possessive Pronoun

Do you like his glasses?

1. Personal Pronouns
2. Possessive Pronouns

Vul de juiste pronouns in.

...... name is Claire. ...... likes to go shopping. She will take ...... dog to the doctor tomorrow, because ...... is ill.

Answer

Her name is Claire. She likes to go shopping. 

She will take her dog Brutus to the doctor tomorrow, because it is ill.

Vul de juiste pronouns in.

Tim and Philip are on ...... way to ...... (onze) city. Is Tim ...... (jou) brother, Grace?

Answer

Tim and Philip are on their way to our city. 

Is Tim your brother, Grace?

Homework

• Nu Engels: 5.3 afmaken.

• Quizlet 5.3 woordjes leren.

• Geen online les dus ga zelfstandig bezig met Engels!

• Tafels schoonmaken!

Bronnen

• https://www.slimleren.nl/onderwerpen/engels/12.707/persoonlijke-bezittelijke-voornaamwoorden-(i,-me,-my,-mine,-etc.) 
  

• Nu engels.