Budgetteren

Budgetteren, sparen en schulden
Burgerschap
Economische dimensie

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Budgetteren, sparen en schulden
Burgerschap
Economische dimensie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn jouw top 3 grootste uitgaven per maand?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
• Inzicht in je eigen inkomsten en uitgaven
• Slimme keuzes maken met geld
• Het verschil tussen sparen en schulden begrijpen
• Nadenken over je eigen geld

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is budgetteren?
Budgetteren = plannen hoeveel geld je uitgeeft
Denk aan vaste lasten, sparen, leuke dingen
Zo voorkom je dat je te veel uitgeeft

Slide 4 - Diapositive

‘Budgetteren is een manier om je inkomsten en uitgaven op elkaar af te stemmen op de korte en de langere termijn. Je brengt je situatie en wensen in kaart en krijgt inzicht in hoe je evenwicht kunt bereiken en hoe je een financieel doel kunt behalen’

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Schulden en sparen
Schulden = geld lenen dat je later moet terugbetalen
Sparen = geld opzij zetten voor later

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten schulden
Formele schuld
Wanneer je een schuld hebt bij een instelling. Denk hierbij aan;
-De bank
-De belasting
-Studiefinanciering
-Zorgverzekering

Informele schuld
Wanneer je een schuld hebt bij het gezin, oom, tante, vriend, vriendin


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wil je iets veranderen aan jouw financiën?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wil je sparen, en waarvoor?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wil je meer inkomsten en hoe ga je dat aanpakken?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe duur is jouw outfit?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus: Kapotte telefoon
Jullie hebben een budget van €1200,- per maand. Alles is precies gepland. Maar… je telefoon valt kapot. De reparatie kost €130,-.
Je kunt het geld niet zomaar extra krijgen. Wat ga je schrappen of aanpassen? Wat nu?

1. Zet de 10 uitgaven op volgorde van 1 (meest nodig) t/m 10 (minst nodig).
2. Bepaal welke 2 of 3 uitgaven jullie kunnen schrappen of verminderen.
3. Vul het werkblad in en bespreek jullie keuzes in de groep.


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
Wat: casus uitwerken
Hoe: in groepjes van 3 studenten
Takenverdeling: budgetbewaker, notulist en argumentenzoeker
Hulp: overleggen in het groepje
Tijd: 15/20 min
Uitkomst: jullie hebben geoefend met het maken van uitgavenkeuzes door te budgetteren

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn jullie bevindingen? Vat het kort samen.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stelling:
“Leren omgaan met geld moet je van je ouders leren.”
A
B
Oneens

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
• Inzicht in je eigen inkomsten en uitgaven
• Slimme keuzes maken met geld
• Het verschil tussen sparen en schulden begrijpen
• Nadenken over je eigen geld

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke belangrijke tip(s) wil je anderen geven als het gaat om geldzaken?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn er nog vragen?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vooruitblik

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Breng jouw financiën in kaart
  • Ga naar deze site: https://scholieren.nibud.nl/artikel/begrotingsformulier/
  • Vul je inkomsten en uitgaven onder elkaar in om snel te zien hoeveel geld jij maandelijks overhoudt of tekort komt!;


De uitgaven van anderen staan erbij zodat je makkelijk kan checken of je meer of minder uitgeeft dan je leeftijdgenoten.


Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions