In formules kunnen stukjes voorkomen die bij elkaar opgeteld mogen worden. Zulke stukjes heten termen.
Termen die dezelfde variabele hebben, noem je gelijksoortige termen.
In een formule kun je gelijksoortige termen bij elkaar nemen.
Wanneer de termen niet gelijksoortig zijn, kun je ze niet bij elkaar nemen.
De formule kan dan niet korter geschreven worden.