Herhaling hoofdstuk 4

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 3

Aardolie, aardgas en steenkool zijn voorbeelden van primaire energiebronnen

1. waar
2. niet waar

Duurzame energiebronnen brengen koolzuurgas in de lucht

1. waar
2. niet waar

Voorbeelden van duurzame energiebronnen zijn o.a. de wind, waterkracht, biomassa en de zon.

1. waar
2. niet waar

Bij het ontstaan van steenkool, aardgas en aardolie was de toename van druk en temperatuur van belang

1. waar
2. niet waar

Het is heel makkelijk om te voorspellen wanneer de fossiele brandstoffen op zijn

1. waar
2. niet waar

Steenkool levert bij verbranding meer energie dan bruinkool

1. waar
2. niet waar

Geothermische energie is warmte die te vinden is vanaf een diepte van 100 meter

1. waar
2. niet waar

Bij het verbranden van biomassa komt geen koolstofdioxide vrij.

1. waar
2. niet waar

Zonnepanelen zijn apparaten die het zonlicht omzetten in warm water

1. waar
2. niet waar

Bij de klimaattop in Parijs (2015) besloten 195 landen dat de temperatuurstijging op aarde maximaal 2,5 graden celsius mag zijn.

1. waar
2. niet waar

In Nederland wordt aardolie op het vasteland en in de (bodem van) de Noordzee gewonnen

1. waar
2. niet waar

Groene energie is goedkoper dan grijze energie

1. waar
2. niet waar

Het transport van fossiele brandstoffen kan zorgen voor vervuiling.

1. waar
2. niet waar

De nadelen van windmolenenergie is horizonvervuiling, geluidsoverlast en aanvaring met vogels

1. waar
2. niet waar