les 37 voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepaling

Doel

Je leert hoe je het voorzetselvoorwerp en de bijwoordelijke bepaling herkent in een zin.

1 / 15

Slide 1: Diapositive

NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Doel

Je leert hoe je het voorzetselvoorwerp en de bijwoordelijke bepaling herkent in een zin.

Slide 1 - Diapositive

Opdrachten

Bekijk de onderstaande ppt of de uitlegvideo en maak onderstaande opdrachten:

Basis: 1/6

Slotopdracht redekundig ontleden: 7

Verdieping: 2/3/4/10

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

les 37 voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepaling

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Plus de leçons comme celle-ci

H3 taalkundig ontleden basistoets vooraf

h3 redekundig ontleden basistoets vooraf

6.1 Verwantschap & 6.2 Populaties

15.4 + 15.5 De stad als ecosysteem

Zinsdelen en zinsopbouw

herhaling grammatica Kapitel 5

Ook taal - Spreekbeurt

Ook taal - Spreekbeurt