Bs3: Genen en Allelen + extra basisstof

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Basisstof 3: 

Genen en Allelen

Lesplan

• Oefen met de stof tot nu toe

Wat is een gen?

Wat is je genotype?

1. DNA
2. Informatie over erfelijke eigenschappen
3. Chromosomen
4. Lange dunnen draden

Fenotype

Genotype

Het X-chromosoom en Y-chromosoom zijn

1. Geslachtschromosomen
2. Geslachtscellen

00:49

Wanneer wordt jouw fenotype bepaald?

1. Als een baby geboren wordt
2. Als de zaadcel de eileider bereikt
3. Als de bevruchte eicel zich innesteld in de baarmoeder
4. Als de zaadcel de eicel bevrucht

01:12

Leg in eigen woorden uit hoe DNA werkt.

02:20

Waar in jou lichaam zit DNA?

Leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen een mutant en een mutatie?

Wat is een mutatie?

1. Verandering in je fenotype
2. Is iemand die er anders uitziet. Zoals een albino
3. Een ongecontroleerde celdeling
4. een plotselinge verandering in het genotype van een cel

Dit zijn de chromosomen uit een                               , want de chromosomen komen                              voor.

In de afbeelding zie je een onderzoeker die alle chromosomen uit een menselijke cel op een beeldscherm bekijkt.

Vul onderstaande zin goed aan.

geslachtscel

lichaamscel

enkelvoudig

in paren

	Naam	Beschrijving
1
2
3

Chromosoom

DNA

Celkern

Bevat de info voor eigenschappen.

Opgerolde draad DNA.

Onderdeel van de cel, waarin het DNA ligt.

DNA

DNA Base

Basepaar

Celkern

Chromosoom

Cel

Maak de dubbele streng van het DNA molecuul compleet

Zet op volgorde van 

groot naar klein eindig bij DNA.

Orgaanstelsel

Orgaan

Weefsel

Cel

Organisme

Celkern

DNA