GC OR 9 les 4

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Engels les 4

Planning

Leestekst maken
Kahoot (woorden herhalen)

Uitleg

Nieuwe woorden

Kahoot

Opdrachten maken

Lezen

Jullie gaan zo een tekst lezen en opdrachten hierbij maken

Dit doen jullie voor jezelf, dus niet overleggen

Je hebt 40 minuten de tijd om de opdrachten te maken

Ben je klaar? Steek dan je hand op

Leestips

• Als je een woord niet begrijpt, probeer dan naar de zinnen er omheen te kijken en raad wat het woord betekent.
  
• Let op signaalwoorden zoals 'but', 'because', etc. deze woorden kunnen je helpen om antwoorden te vinden
  
• Lees rustig, vooral als je een zin moeilijk vindt
  
• Kijk naar de titel en plaatjes om erachter te komen wat het onderwerp is

Leestekst

1. Ga naar www.toets.nl
2. Klik op inloggen
3. Klik op TOA toetsplatform
4. Inlognaam: je studentnummer zoals op je schoolpasje staat
5. Wachtwoord: G met je geboortedatum (dag, maand, jaar)
   Voorbeeld: G07121996 (7 december 1996)
6. Tot slot vul je de instellingscode in : GSC
7. Klik op de toets 'Engels lezen A1-A2 nulmeting'

7. Vink de toets aan en druk op “starten”

learnenglish.britishcouncil.org

Werk in stilte

Bladzijde 14 opdracht 1 t/m 3a

Let op: de antwoorden schrijf je op een los blaadje

dus niet in het boek schrijven

create.kahoot.it

Wat is de present simple?

Tegenwoordige tijd

Go, walk, swim, read, talk

I walk to school every Friday

He walks to school every Friday

Wat valt op aan bovenstaande zinnen? 

Hoe maak je de present simple?

Bij een bevestigende zin:

Gebruik het hele werkwoord

I play football

Let op! Bij he/she/it gebruik je het hele werkwoord + 's'

She plays football

Hoe maak je de present simple?

Bij een ontkennende zin:

Voeg het woord 'not' toe, dus: do not (don't) 

I don't like coffee

Let op! Bij he/she/it het woord 'does', dus: does not (doesn't)

He doesn't like coffee

Hoe maak je de present simple?

Bij vragende zinnen 

'Do' aan het begin van de zin zetten.  

I go to school - Do I go to school?

Let op! Bij he/she/it: 'does' aan het begin van de zin zetten.
He goes to school - Does he go to school?

Hoe maak je de Present Simple? 

I work	Do I work?	I don't work
You work	Do you work?	You don't work
He/She/It work s	Do es he/she/it work?	He/She/It do es n't work
We work	Do we work?	We don't work
You work	Do you work?	You don't work
They work	Do they work?	They don't work

Hoe maak je de present simple? 

Wanneer gebruik je de present simple?

1. Bij gewoontes/ regelmatigheden

I always walk to school/ Every tuesday I go to the gym

2. Bij feiten

London is the capital of England

Signaalwoorden

Always

Never

Often

Usually

Every

On monday´s

During the week

Wat is de present simple?

1. Verleden tijd
2. Tegenwoordig tijd
3. Toekomst

Vul de woorden op de stipjes in
... he ... (draw) well?

Wat is de regel van de present simple?

1. SHIT-regel
2. hele ww (bij I, you, we, they) hele ww + s (bij he, she, it)
3. Hele werkwoord
4. Werkwoord + -ed

Welke zin staat in de present simple?

1. I am walking to school.
2. They walked to school.
3. We have walked to school.
4. He always walks to school.

Present simple:

Rule Example

 Je gebruikt de tegenwoordige tijd (present simple)

als je het over het volgende hebt:

• feiten Water boils at 100 degrees.

• gewoontes I usually get up at 6.30.

• toekomst als je een rooster/tijdschema/programma hebt ;The train leaves at 7.30.

• levendig beschrijving/dramatisch effect;

In 1099 William conquers England

Altijd hele werkwoord behalve SHIT: +S

I walk -> He walks

Welke zin staat in de present simple?

1. He travels to work four times a week.
2. He travelled to work four times a week.
3. He is travelling to work.
4. He has travelled to work.

Welke zin staat in de present simple?

1. Lucy lives in London.
2. Lucy lived in London.
3. Lucy is living in London.
4. Lucy has lived in London.

Vul de goede vorm van het woord in
I usually ... (go) to school.

Vul de goede vorm van het woord in
They .. (visit) us often.

Vul de goede vorm van het woord in
Tom ... (work) every day.

Vul de goede vorm van het woord in
She never ... (help) me with that!

Vul de goede vorm van het woord in
They ... (not work) for us.

Vul de goede vorm van het woord in
She ... (not wash) the dishes every evening.

Vul de goede vorm van het woord in
... you ... (watch) a movie every day?

Nieuwe woorden

Flat - flat                                              Bedroom - slaapkamer

House - huis                                      Garden - tuin

City - stad                                            Shower - douche

Village - dorp                                     Mirror - spiegel

Living room - woonkamer            Pillow - kussen

Kitchen - keuken                              Sofa - bank

Bathroom - badkamer                   Balcony - balkon

quizizz.com

Opdrachten

Open bladzijde 15 van je boek

We gaan in dit hoofdstuk praten over jouw woonplaats

Wat zie je op de foto?

Opdrachten

Bladzijde 16 opdracht 2a + b

Bladzijde 17 opdracht 3a + c, 4a + b