Verpleegkundig rekenen

Hoeveel ml is 0,75 liter?
1 / 13
suivant
Slide 1: Question ouverte
verpleegkundig rekenenMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Hoeveel ml is 0,75 liter?

Slide 1 - Question ouverte

Hoeveel mg is 1,3 gram?

Slide 2 - Question ouverte

Hoeveel glucose zit er in 500 ml oplossing van 5%?

Slide 3 - Question ouverte

Als 13% van 70 zorgvragers diabetes heeft, om hoeveel zorgvragers gaat het dan?

Slide 4 - Question ouverte

Je wilt 1 liter zoutoplossing van 0,9% maken, hoeveel water en hoeveel ml zout neem je dan?

Slide 5 - Question ouverte

Je wilt 2000 ml zoutoplossing maken van 2%. Op voorraad een oplossing met een sterkte van 5%. Hoeveel van de bestaande oplossing neem je en hoeveel water voeg je toe?

Slide 6 - Question ouverte

Mevrouw de Boer dient 60 mg Lasix per tablet te krijgen. In voorraad tabletten van 40 mg. Hoeveel tabletten geef je? Je geeft ........... tablet(ten)

Slide 7 - Question ouverte

Meneer de Boer moet om 12 uur 125 mg Prednison per tablet krijgen. In voorraad heb je tabletten van 50 mg.
Hoeveel tabletten geef je? Je geeft ......... tablet(ten)

Slide 8 - Question ouverte

Een zorgvrager moet 30 mg Promethazine injectie tegen een allergische reactie.
Je hebt een ampul met 50 mg/ml.
Hoeveel ml geef je? Je geeft ........ ml

Slide 9 - Question ouverte

Een patiënt dient 12 mg Dormicum te krijgen. Op voorraad heb je een ampul van 10 ml met een sterkte van 5mg/ml.
Hoeveel ml geef je? Je geeft .......... ml

Slide 10 - Question ouverte

Je wilt 1200 ml fysiologisch zout per infuus toedienen in 12 uur, wat wordt dan je druppelsnelheid per minuut?

Slide 11 - Question ouverte

Je wilt 1300 ml Nacl0,45%/Gluc2,5% toedienen in 24 uur. Wat wordt de snelheid in ml/uur die jij instelt op de infuuspomp? (afronden op hele ml)

Slide 12 - Question ouverte

Je hebt een zuurstof cilinder van 5 liter met een manometer druk van 218. Je geeft jouw zorgvrager 4 liter per minuut.
a. Hoeveel zuurstof zit er in de cilinder
b. Hoelang kan jij je zorgvrager nog zuurstof geven?
b. Hoeveel uren en minuten zijn dat?

Slide 13 - Question ouverte