3HV H4 Paragraaf 5 Van balans naar balans

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Economie

Hoofdstuk 4 Paragraaf 5 Van balans naar balans

Leerdoelen

Je kunt uitleggen dat er bij balansmutaties altijd minstens twee veranderingen zijn.

Je kunt financiële feiten verwerken in de balans.

Je kunt kosten en opbrengsten verwerken in de resultatenrekening.

Terugblik

Wat was ook alweer een balansmutatie?

Balansmutatie

Een verandering op de balans noemen wij een balansmutatie. Aangezien een balans altijd in evenwicht moet zijn moeten er minimaal 2 posten veranderen.

Voorbeeld debiteuren

Onze debiteur betaalt de rekening van €199,00 door dit bedrag over te maken naar onze bankrekening.
Welke posten veranderen er op onze balans?

Voorbeeld debiteuren

Onze debiteur betaalt de rekening van €199,00 door dit bedrag over te maken naar onze bankrekening.
Welke posten veranderen er op onze balans?

Debiteuren	- €199,00
Banksaldo	€199,00

Voorbeeld gasrekening

Wij betalen onze gasrekening van €457,00

Welke posten veranderen er dan op onze balans?

Voorbeeld gasrekening

Wij betalen onze gasrekening van €457,00

Welke posten veranderen er dan op onze balans?

Banksaldo	- €457,00
Eigen vermogen	- €457,00

Balans

Balans:

• Bezittingen

        links van de balans

        debetzijde (activa)

• Schulden

        rechts van de balans
        creditzijde (passiva)

De balans is altijd in balans en is een momentopname!

Voorbeeld Mutatiebalans

Wij verkopen kipcorns voor €750,00 en hebben deze ingekocht voor €350,00.

Welke posten veranderen er op onze mutatiebalans?

Mutatiebalans verkoop

Mutatiebalans

Wat is er gebeurd?

Een bedrijf heeft een bedrijfsauto gekocht voor 3000 euro. 

Bedrijfsauto + 3000
Bank - 3000

Wat staat er op een mutatiebalans?

1. Het zelfde als op de gewone balans.
2. Crediteuren en debiteuren.
3. Alle posten die niet gewijzigd zijn.
4. Alleen de posten die gewijzigd zijn.

Welke mutatiebalans hoort bij onderstaande gebeurtenis?:
Ontvangen per bank van debiteuren €6.400.

1. Debiteuren -€6.400 Kas -€6.400
2. Debiteuren +€6.400 Bank +€6.400
3. Debiteuren -€6.400 Bank +€6.400
4. Debiteuren +€6.400 Kas -€6.400

Welke mutatiebalans hoort bij onderstaande gebeurtenis?:
Per kas gekocht goederen €1.400.

1. Voorraad -€1.400 Kas -€1.400
2. Voorraad +€1.400 Kas -€1.400
3. Voorraad -€1.400 Crediteuren -€1.400
4. Voorraad -€1.400 Crediteuren +€1.400

Leerdoelen

Je kunt uitleggen dat er bij balansmutaties altijd minstens twee veranderingen zijn.

Je kunt financiële feiten verwerken in de balans.

Je kunt kosten en opbrengsten verwerken in de resultatenrekening.

Opdrachten maken

Kijk in je studiewijzer met welke opdrachten je aan de slag kunt.