Blok 3 grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Hoe vind je het lijdend voorwerp?

Wat kan GEEN lijdend voorwerp zijn?

1. De kat met het gebroken pootje
2. de pan met tomatensoep
3. in de tuin van de buren
4. wij

Wat is het lijdend voorwerp?
Ik heb hem gewaarschuwd.

1. heb
2. hem
3. gewaarschuwd
4. ik

Het lijdend voorwerp is een zinsdeel

1. waar
2. niet waar

Een zin heeft altijd een lijdend voorwerp.

1. juist
2. onjuist

Wat is het lijdend voorwerp?

Ik kan nu het lijdend voorwerp uit een zin halen.

1. Ik
2. kan
3. het lijdend voorwerp
4. een zin

Ik eet een appel.
(wat is het lijdend voorwerp?)

1. ik
2. eet
3. een appel

Wat is het lijdend voorwerp?

Ik eet elke dag een taartje.

Uitleg lijdend voorwerp

1. Ik
2. eet
3. elke dag een taartje
4. een taartje

Zelfstandig werken

Maak  3.3 en 3.4 grammatica blok 3

Benoem de 3 lidwoorden

Zelfstandig naamwoord

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

1. Mooie
2. Vliegen
3. Het
4. Op

Wat is een bijvoeglijk naamwoord

1. enkele
2. coupletten
3. gezongen
4. verkouden

'veel ' en 'weinig' zijn bijvoeglijk naamwoorden. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over

1. een zelfstandig naamwoord (noun)
2. een werkwoord (verb)

Wat is geen bijvoeglijk naamwoord?

1. groene
2. sterke
3. man
4. boze

wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, fietsen, denken

Voorzetsels

Zelfstandig werk

Maak opdracht 3.5 grammatica blok 3