Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
1. Het zwarte jurkje van Claire heeft ze gekocht in Utrecht.
2. De planten hebben op de vensterbank gestaan.
3. Wij gaan naar Griekenland op vakantie.
4. De zomervakantie zal 6 weken duren.
5. Met Kerst gaan wij 2 weken naar New York.
1. Het zwarte jurkje van Claire heeft ze gekocht in Utrecht.
2. De planten hebben op de vensterbank gestaan.
3. Wij gaan naar Griekenland op vakantie.
4. De zomervakantie zal 6 weken duren.
5. Met Kerst gaan wij 2 weken naar New York.
1. Het zwarte jurkje van Claire heeft ze gekocht in Utrecht.
2. De planten hebben op de vensterbank gestaan.
3. Wij gaan naar Griekenland op vakantie.
4. De zomervakantie zal 6 weken duren.
5. Met Kerst gaan wij 2 weken naar New York.
1. Het zwarte jurkje van Claire heeft ze gekocht in Utrecht.
2. De planten hebben op de vensterbank gestaan.
3. Wij gaan naar Griekenland op vakantie.
4. De zomervakantie zal 6 weken duren.
5. Met Kerst gaan wij 2 weken naar New York.
Ga naar Leermiddelen cursus 5 paragraaf 2.
Maken opdrachten. Volgende keer gaan we hiermee verder
cookieTextcookieStatement