Objectief/subjectief

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

H3 Lezen | 3T

'Er is ingebroken bij dat huis aan de overkant, want de bewoners hadden hun achterdeur niet afgesloten.'

1. Objectief
2. Subjectief

'Alle leerlingen hebben een onvoldoende gehaald, omdat zij niet voldoende hun best hebben gedaan.'

1. Objectief
2. Subjectief

'Het is niet meer verplicht om mondkapjes te dragen op school.'

1. objectief
2. subjectief

'Uit onderzoek is gebleken dat derde klassers de meest gemotiveerde groep leerlingen is.'

1. objectief
2. subjectief

'Wij gaan naar dat theaterfestival, omdat theater heel leerzaam is en je er jezelf beter door leert kennen.'

1. objectief
2. subjectief

'Tijdens een reis naar Italië kun je de Toren van Pisa bezoeken en pizza eten.'

1. objectief
2. subjectief

'Ik kwam te laat op school, want ik had mij verslapen.'

1. objectief
2. subjectief

'Ik vind dat docenten minder huiswerk moeten opgeven, omdat leerlingen ook recht hebben op ontspanning.'

1. objectief
2. subjectief

'De broodjes in de kantine op school zijn ongezond en veel te duur.'

1. objectief
2. subjectief

'Uit onderzoek is gebleken dat het eten van chocolade gezonder is dan altijd werd gedacht.'

1. objectief
2. subjectief

'De minister van onderwijs vindt dat het lezen van boeken meer aandacht verdient.'

1. objectief
2. subjectief